Gruwelijke verhalen uit Iraakse Dahuk
Een vader zag hoe IS-strijders het hoofd van zijn 13-jarige zoon afhakten. Een oma verloor haar twaalf kinderen en kleinkinderen door de moslimterroristen.
Gruwelijke verhalen hoort Jan Bor, directeur van de stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC), aan. Hij maakt deze week voor de derde keer een rondreis door Dahuk. Dahuk is het Koerdische en bergachtige gebied van Noord-Irak waar veel christenen en soennitische moslims naartoe zijn gevlucht als gevolg van het geweld van de islamitische terreurbeweging IS.
De situatie in de gelijknamige hoofdstad Dahuk is verschrikkelijk, vertelt Bor. „De VN hebben er een tentenkamp opgezet, maar dat is te klein om alle vluchtelingen te huisvesten. Veel van hen brengen de nacht door onder viaducten, in zelfgemaakte tenten of in onafgebouwde huizen. Ze hebben geen water en sanitaire voorzieningen. Overdag zwerven ze door de stad, op zoek naar voedsel. Of ze zitten apathisch voor hun tent, getraumatiseerd door alle gebeurtenissen.”
Met name de toestand van de kinderen grijpt hem aan. „Ze hebben nauwelijks te eten, slechts één boterham met smeerkaas per dag, weinig kleding, soms zelfs geen schoenen. Bovendien vervelen ze zich. Ze kunnen niet naar school, ze hebben geen speelgoed. Er is voor hen geen toekomst.”
Bor gaat de stad in op zoek naar vluchtelingen. Hij geeft hun voedsel en kleding. Dat koopt hij lokaal in. „Een baby leefde tijdens de vlucht in de bergen acht dagen op water. Ik heb haar moeder melkpoeder gegeven. Ik hoop dat ze het haalt.”
Ook luistert hij naar hun verhalen. „Ik probeer hen te troosten, er voor hen te zijn. Om te laten zien dat er mensen zijn die hen niet vergeten. Het zit niet in grote dingen. Een beetje afleiding, een spelletje met de kinderen. Die glimlach op hun gezicht, daar doe ik het voor.”
De nood die hij tegenkomt, grijpt Bor aan. „Een man raakte zijn vrouw en drie kinderen kwijt door IS. Een grootmoeder al haar kinderen en kleinkinderen. Ze ziet het leven niet meer zitten. Een vader zag hoe IS-strijders het hoofd van zijn 13-jarige zoon eraf hakten. Vreselijk. Zulke verhalen hoor ik niet met droge ogen aan.”
Kan hij de hulp niet beter overlaten aan een grote organisatie met meer mogelijkheden? „Ik heb nauwelijks hulporganisaties aangetroffen in Dahuk. De VN hebben een paar miljoen uitgetrokken voor vluchtelingen in Noord-Irak, maar ik zie daar niets van terug. Waar is dat geld? Ook al zijn wij maar klein; nietsdoen is geen optie.”
Bor is somber over de toekomst van de vluchtelingen. „De nachten worden kouder. De winter staat voor de deur. Het zal zwaar worden voor hen.
Hulp uit Turkije en Irak hoeven ze niet te verwachten. Die landen bekommeren zich niet om de Koerden. Al met al een is het een vrij uitzichtloze situatie.”
Met steun van de lokale bevolking hoopt de HVC-directeur tijdens deze reis te regelen dat er een schoolklas wordt opgezet in Dahuk. „Ik heb contact met een lokale onderwijzer. Hopelijk krijgen we dit van de grond, zodat kinderen weer kunnen werken aan hun toekomst.”
HVC voert actie voor vluchtelingen
Stichting Hulp Vervolgde Christenen (HVC) is een actie gestart voor vluchtelingen in Noord-Irak. Onder de naam ”IS ontvlucht” wil HVC geld ophalen voor onder andere (baby)melkpoeder, medicijnen en kinderbijbels.
Directeur Jan Bor is deze week voor de derde keer afgereisd naar de regio om hulp te verlenen. „We hebben ruim 20.000 euro binnengekregen. Maar we kunnen wel drie keer zo veel geld gebruiken. De winter komt eraan. De vluchtelingen hebben dringend behoefte aan dekens, kleding en voedsel.”
De stichting steunt een Koerdische christengemeente in Dahuk met geld en lectuur. De gemeente komt momenteel niet meer samen, omdat veel leden op de vlucht zijn geslagen voor de terreur van IS. Bor hoopt enkele leden te bezoeken tijdens zijn reis.
Klik hier voor de website ISontvlucht.nl.