Benoem kwalijke rol Hamas in vredesproces Israël
Op weg naar vrede tussen Israël en de Palestijnen moet in ieder geval de kwalijke rol van Hamas benoemd worden. En in plaats van sancties is steun nodig voor vredesprojecten van onderop, reageren Joël Voordewind en Shamir Ceuleers.
„Het maakt niet uit of je voor of tegen bent. In elke discussie over dit conflict gaat de turbo aan en gaat ieders hart sneller kloppen.” Dit zei een dominee eens over het conflict tussen Israël en de Palestijnen. De discussie in deze krant tussen mr. J. J. J. Teunissen, Esther Voet en Jaap Hamburger deed ons weer denken aan de woorden van deze dominee.
Het is verleidelijk om mee te gaan in dit debat en een karikatuur te maken van elkaars standpunten om deze vervolgens hardhandig te ontkrachten. Dat doet echter geen recht aan de complexiteit van de problematiek en de oprechtheid van elkaars overtuiging en zorgen. Te vaak zakt de discussie rondom Israël en de Palestijnen weg in een bodemloze put van verwijten en een strijd om wie zich die ware vredesduif mag noemen.
Ondanks de verschillen kan er misschien toch gesproken worden van een gemeenschappelijke zorg. Hoe terecht het optreden van Israël in de laatste Gazaoorlog in de ogen van sommigen ook kan zijn, vooralsnog is het beste resultaat niet meer dan een tijdelijke gevechtspauze. Echte vrede is geen stap dichterbij gekomen. Voorstanders van een harde lijn, die ook in onze ogen helaas soms onontkoombaar is, moet dit ook zorgen baren.
Het is dit verlangen naar duurzame vrede dat mensen als Teunissen brengt tot een (zoveelste) oproep aan Israël. Maar dan geldt weer: is het reëel voor Israël om stappen te zetten op weg naar vrede, als daarvoor ten diepste vertrouwen nodig is? Een vertrouwen waar Israël soms wel (Egypte!), maar heel vaak ook niet op bleek te kunnen bouwen (Arafat!).
Helaas is er nog een gemeenschappelijke deler bij de schrijvers tot nu toe: van een echt vredesproces is op dit moment geen sprake. Over de oorzaken daarvan lopen de meningen onmiddellijk uiteen. Voor Teunissen en Hamburger is het nederzettingenbeleid van Israël hét grootste gevaar en een levensvatbare Palestijnse staat onmogelijk. Hiermee gaan zij voorbij aan de rol van Hamas.
Hamas streeft in woord en daad de vernietiging van de staat Israël na. Deze terroristische organisatie sloot onlangs opnieuw een verbond met Fatah. Dat stelt Israël én de internationale gemeenschap voor een nieuw dilemma: Wie is de vredespartner eigenlijk?
Tot nu toe heeft die internationale gemeenschap geen stevig signaal afgegeven. Sterker nog, Nederland en anderen zeggen dat de eenheidsregering vooralsnog wordt gevormd door technocraten die formeel geen banden hebben met de terroristische organisatie Hamas. Dit is geen houdbaar standpunt. Zonder Hamas bestaat er geen eenheidsregering.
Wij herkennen het beeld niet dat Teunissen en Hamburger neerzetten. Israël afschilderen als een kwaadaardige staat die uit is op een Groot-Israël en tegelijkertijd constateren dat de Palestijnse regering (welke trouwens?) alle mogelijke concessies heeft gedaan, doet de werkelijkheid geen recht.
Er wordt geregeld gewezen op het handelen van Israël. Als Israël bijvoorbeeld zonder overtuigende redenen VN-doelen heeft bestookt, is een onderzoek op zijn plaats. Maar het handelen van Hamas wordt geen onderwerp van nader onderzoek en blijft daarmee onbesproken. Terwijl juist Hamas vaak gebruikmaakt van menselijke schilden. Ook het nihilistische vernietigingsdenken van Hamas moet met kracht veroordeeld worden.
Jaarlijks steunt Nederland de Palestijnse Autoriteit nog altijd met 65 miljoen euro, mede om de veiligheidssector te versterken. Dat kan op zich nuttig zijn. Maar de Palestijnse Autoriteit geeft nog altijd financiële steun aan veroordeelde Palestijnen in Israëlische gevangenissen, oplopend tot 3600 dollar per maand per gevangene. Daarmee worden terrorisme en haat indirect gestimuleerd.
Vrede lijkt op dit moment verder weg dan ooit. Wie echter verder kijkt, ziet vredesinitiatieven die wél werken. Tass Saada, voormalig scherpschutter van de PLO en chauffeur van Arafat, werkt met gemeenschappelijke onderwijsprojecten aan onderling begrip tussen Joodse en Palestijnse kinderen. Of neem het project ”Save Child’s Heart” een verzoeningsproject van medische aard waarmee Israëlische en Palestijnse artsen al duizenden kinderen met hartproblemen hebben geholpen.
Het eenzijdig opvoeren van maatregelen en sancties richting Israël is wel het laatste wat het ingezakte vredesproces nu kan gebruiken. Veel beter is het om vredesprojecten van onderop te steunen.
Voor dit voortslepende conflict zijn er geen gemakkelijke en pasklare antwoorden. Wel delen wij een vurig verlangen naar vrede tussen Israël en de Palestijnen. Wellicht kunnen voor- en tegenstanders zich verenigen in één gebed: de vrede van Jeruzalem. Daarmee is iedereen, Israëliër en Palestijn, gediend.
De auteurs zijn respectievelijk Tweede Kamerlid en fractiemedewerker voor de ChristenUnie.