Veenendaal herdenkt komst Belgische vluchtelingen in 1914
VEENENDAAL. Ruim 1200 Belgische vluchtelingen vonden een eeuw geleden onderdak in Veenendaal. Met een plaquette die vrijdagavond werd onthuld, wil de Utrechtse gemeente de herinnering aan hen levend houden.
Het gedenkteken is aangebracht aan het pand Markt 10, nu diaconaal centrum van de hervormde gemeente, en in 1914 noodhospitaal van het Rode Kruis.
In de eerste maanden van de Eerste Wereldoorlog vluchtten 1 miljoen Belgen naar Nederland. De 1220 vluchtelingen die op zaterdagavond 10 oktober 1914 per trein in Veenendaal arriveerden, kwamen uit Antwerpen en omgeving.
Een herdenkingsbijeenkomst vrijdagavond in de Oude Kerk in Veenendaal werd ook bijgewoond door nazaten van de Belgische baby’s die destijds in Veenendaal geboren zijn. Twee families ontvingen een geboorteakte uit handen van burgemeester Kolff. Leerlingen van de reformatorische Johannes Calvijnschool uit Veenendaal hadden voor de bijeenkomst het Belgische volkslied ingestudeerd.
De Belgische ambassadeur Hoornaert en de Utrechtse commissaris van de Koning, Van Beek, onthulden de plaquette. Hoornaert legde een krans samen met Louis van den Bergh, wiens vader in Markt 10 werd geboren. Burgemeester Kolff en voorzitter Aalbers van het plaatselijk Comité Herdenking Eerste Wereldoorlog legden namens de gemeente Veenendaal een tweede krans.
Ambassadeur Hoornaert dankte Veenendaal voor de opvang in 1914. „De kleine man is vaak het slachtoffer van de oorlogen die volken elkaar aandoen, of hij nu soldaat is of vluchteling. Onze misère werd uw misère. U had er niet om gevraagd, u werd erbij betrokken. Ook de vluchtelingen van 1914 hadden er niet om gevraagd, maar zij werden geholpen waar zij terechtkwamen.”
Burgemeester Kolff memoreerde de 42 Belgische vluchtelingen die in de Eerste Wereldoorlog in Ede en Veenendaal zijn overleden en zonder naamsaanduiding begraven liggen op de rooms-katholieke begraafplaats aan de Nieuweweg-Noord in Veenendaal. „Zij mogen niet langer anoniem blijven”, aldus Kolff. Volgende week zaterdag wordt op de begraafplaats een gedenkbord met de 42 namen onthuld.