Over het vierde kwartaal kwam de nettowinst uit op 27 miljoen euro, een achteruitgang van 28 procent. De omzet kwam uit op 746,9 miljoen euro, een daling van 7,9 procent. Over het hele jaar kwam de omzet uit op 2,8 miljard euro euro, een daling van 13 procent in vergelijking met het voorgaande jaar.

Ondanks de mindere cijfers sprak bestuursvoorzitter R. van Iperen van een „positief signaal” voor 2004. „In het vierde kwartaal zijn we in staat geweest de dalende trend om te buigen.” Aan een voorspelling waagde de topman van Océ zich bij de presentatie van de jaarcijfers vanmorgen echter niet. „Ik wil benadrukken dat het nog te vroeg is om vast te stellen dat deze positieve trend zich structureel zal voortzetten.”

In een terugblik zei Van Iperen dat 2003 „in zijn totaliteit geen gemakkelijk jaar” is geweest. Als gevolg van een terughoudend investeringsklimaat daalde de verkoop van machines ten opzichte van 2002. Bijna 40 procent van de omzet komt uit de Verenigde Staten. Océ heeft zodoende veel last van de zwakke koers van de dollar ten opzichte van de sterke euro.

Een gunstige ontwikkeling is dat de in 2001 ingezette herstructurering volgens plan is afgerond, waardoor het kostenniveau „met tientallen procenten” neerwaarts is bijgesteld. Océ schrapte 1450 banen. Het snoeien in het personeelsbestand is daarmee „conform de planning” afgerond. Wereldwijd telt de onderneming ruim 22.000 medewerkers. In Nederland werken ongeveer 4000 mensen voor het bedrijf, van wie 3600 bij de vestiging in Venlo.

Océ meldt verder dat de introductie van nieuwe producten vorig jaar succesvol is verlopen. Een voorbeeld is de eerste door het bedrijf ontwikkelde kleurenprinter voor de technische markt. „Daardoor steeg de verkoop van printsystemen met 3,1 procent autonoom en werd de autonome omzetdaling tot stilstand gebracht”, aldus Van Iperen. De Océ-topman noemde het ontwikkelen van nieuwe producten belangrijker voor het succes dan een verbeterd investeringsklimaat.

Het overleg met de ondernemingsraad over het verplaatsen van een deel van de assemblage naar Oost-Europa en China of mogelijk toch een ander land in het Verre Oosten is in volle gang. Vorig jaar begon het bedrijf overleg over de plannen met de ondernemingsraad en de vakbonden. Het bedrijf heeft twee productiefaciliteiten in Tsjechië.

De onderneming heeft er vertrouwen in dat de gesprekken zullen leiden tot een „voor alle partijen acceptabel resultaat, waardoor de kostprijs van de Océ-apparaten op een concurrerend niveau blijft.” Eind vorig jaar nam Océ een voorziening voor de afvloeiingskosten. Het bedrag van 7,7 miljoen euro komt ten laste van het vierde kwartaal.

Océ is actief in meer dan 80 landen, waarvan in 31 via eigen verkoopmaatschappijen. Het zwaartepunt ligt bij de professionele kantoormarkt en de grafische industrie.

De resultaten in het laatste kwartaal zijn beter dan analisten hadden verwacht. Het aandeel Océ stond na een uur handel 10,8 procent hoger. Het bedrijf staat in de MidKap-index van de effectenbeurs in Amsterdam.