Klassieke talen goed voor het leven
De klassieke talen zijn allesbehalve nutteloos, betoogt Frans Hazeleger met vijftien oud-klasgenoten.
Het is van alle tijden dat er bepaalde vooroordelen zijn, die veel mensen delen en waartegen weinig ingebracht wordt. Ook in onze tijd is er zo één: aan klassieke talen heb je niets in dit leven. Wij willen van dit vooroordeel af.
Velen van ons zijn door de jaren heen meewarig aangekeken als ze vertelden dat ze de moeite namen zich de klassieke talen eigen te maken. Niet alleen medeleerlingen, maar ook leraren konden niet inzien wat de meerwaarde van Grieks en Latijn was. Economie, natuurkunde, wiskunde: dat zijn vakken waar je verder mee komt, niet die stoffige talen van een paar duizend jaar oud.
Ook in deze krant komt dit vooroordeel tegen klassieke talen van tijd tot tijd terug. Onlangs nog: in een interview in RD 4-10 meende de cultuurredacteur van Elsevier, dhr. Van der List, een snedige opmerking te moeten plaatsen over het volgen van Grieks en Latijn op het gymnasium: „Daar heb je natuurlijk niets meer aan, later.”
Om dat woordje „natuurlijk” gaat het ons vooral. Is het wel zo natuurlijk, of is het eerder de zeer persoonlijke reactie van een leerling die hoogstwaarschijnlijk heeft zitten slapen onder zijn lessen klassieke talen?
Vaardigheden
Onze ervaringen met de klassieke talen zijn heel anders. Ze hebben ons, nu eerstejaarsstudenten, voor een belangrijk deel gevormd en op de studie die we nu volgen voorbereid. De studies die wij volgen, zijn overigens verspreid over de gehele linie. Zowel alfa-, bèta, als gammastudies verdienen de klassieke talen als voorbereiding.
Laten we allereerst kijken naar het meest tijdrovende aspect van de vakken: het vertalen. Het zich een weg worstelen door deze talen is niet alleen van belang om de talen te leren kennen, maar levert ook inzicht op in het fenomeen taal in het algemeen. Bovendien hebben we door de klassieke talen concentratie en analytische vermogens aangeleerd. Deze vaardigheden zijn niet vanzelfsprekend in onze tijd.
Al kunnen we over twintig jaar geen tekst meer vertalen vanuit het Grieks of het Latijn, dan nog hebben we door ons door de teksten heen te worstelen en de denkers van vervlogen tijd langzaam na te denken, geleerd teksten te verstaan. De vaardigheden die we op deze manier in de wortel hebben gekregen, blijken we nu al in stam en takken nodig te hebben op onze vervolgopleidingen.
Vorming
Daarnaast heeft het genoemde vooroordeel geen oog voor het vormende aspect van de vakken. In de klassieke talen gaat het niet alleen om grammatica en spelling, maar ook om duizenden jaren denktradities. De leraren van deze vakken zijn, als het goed is, universitair geschoold en kunnen hun leerlingen op deze manier goed voorbereiden op het wetenschappelijk denken en op het leven. Deze leraren gebruiken een vorm van onderwijs die met een onvertaalbaar Duits woord wel ”Bildung” wordt genoemd.
In de lessen klassieke talen was er ruimte voor levenslessen. Juist omdat taal om het onuitsprekelijke heen draait, hebben we in deze lessen iets leren verstaan van de essentie van het leven. De lessen gaven bovendien weleens aanleiding om na te denken over het wezen van het christendom en de onpeilbaarheid van God. Wat jammer dat er mensen zijn die onze leraren diskwalificeren door het gesimplificeerde plaatje van de klassieke talen over te nemen en het vormende karakter ervan uit het oog verliezen.
Cultuur
Tot slot hebben we bij deze vakken iets van onze cultuur leren kennen en begrijpen. Onze cultuur wortelt in de talen Grieks en Latijn. Tot in de vorige eeuw werd er op onze universiteiten gedoceerd in het Latijn. Ook onze Nederlandse literatuur is geënt op de stam van de klassieken. Zeker een christen zou de waarde van deze talen moeten zien. Zal Paulus niet beter te begrijpen zijn als we hem horen spreken in zijn eigen moedertaal? Zullen we de diepten van Augustinus niet beter peilen, de hoogten van Calvijn beter voelen, als we hen lezen in de oorspronkelijke taal?
Elke keer weer ergeren wij ons aan het onterechte vooroordeel tegen de vakken waar wij zo veel aan hebben gehad. Dit doet de vakken geen recht, maar dit doet ook de mensen geen recht die zich hun leven lang inzetten om het volgende geslacht te leren denken en begrijpen door middel van de klassieke denkers. Grieks en Latijn zijn niet nutteloos, maar goed voor het leven!
De auteurs zijn eerstejaarsstudenten die vorig jaar hun gymnasiumdiploma hebben behaald en vijf jaar klassieke talen hebben gevolgd op het Van Lodenstein College.