Kerk & religie

„Baudartius had vooral betekenis als bijbelvertaler”

„Het is niet aanbevelenswaardig een bijbelvertaling in gebruik te nemen waarvan bij voorbaat vaststaat dat ze niet meer dan een tussenoplossing kan zijn.” Prof. dr. A. Th. van Deursen trok vrijdagavond in de Grote Kerk van Lisse lessen uit de geschiedenis van Willem Baudartius (1565-1640).

Cultuurredactie
19 January 2004 09:31Gewijzigd op 14 November 2020 00:53
LISSE – In de net gerestaureerde Grote Kerk te Lisse trok prof. dr. A. Th. van Deursen vrijdagavond lessen voor het heden uit de geschiedenis van de zeventiende eeuwse geschiedschrijver, theoloog en bijbelvertaler Willem Baudartius. Foto Dick Hogewoning
LISSE – In de net gerestaureerde Grote Kerk te Lisse trok prof. dr. A. Th. van Deursen vrijdagavond lessen voor het heden uit de geschiedenis van de zeventiende eeuwse geschiedschrijver, theoloog en bijbelvertaler Willem Baudartius. Foto Dick Hogewoning

In de jaren 1596-1597 diende Baudartius -predikant, geschiedschrijver en statenvertaler- de gemeente van Lisse. Reden genoeg dus om hem bij de festiviteiten naar aanleiding van de restauratie en renovatie van de Grote Kerk voor het voetlicht te halen.

Van Deursen, emeritus hoogleraar nieuwe geschiedenis aan de Vrije Universiteit, tekent hem als „een dominee met gewone en buitengewone eigenschappen. Geen genie, geen begenadigd schrijver, wel een man die met zijn gaven de kerk naar zijn beste vermogen gediend heeft. Een van de weinigen vooral wier werk na zo veel eeuwen nog dagelijks gelezen wordt door de velen die de Bijbel het liefste lezen in de vertaling van 1637.”

Lang voordat Baudartius aan de Statenvertaling werkte, toonde hij al grote betrokkenheid bij het vertaalwerk van de Bijbel. In 1606 schreef hij een boekje over de mogelijkheden om tot een betere Nederlandse bijbelvertaling te komen. Van Deursen: „Hij zag een lange weg, en een korte. De lange weg was de complete vertaling uit de grondtekst. Dat was natuurlijk het beste, maar die oplossing zou veel tijd en geld kosten. Voorlopig zou men zich daarom beter met de korte weg kunnen behelpen.”

Die korte weg bestond uit een vertaling van de Duitse Piscatorbijbel, die veel beter zou zijn dan de tekst die in de Republiek gebruikt werd. Baudartius wilde het werk zelf wel op zich nemen, maar de Hollandse kerken voelden er niets voor.

Achteraf maar goed ook, vindt Van Deursen. „De Piscatorbewerking had een jaar of dertig dienst kunnen doen, als Baudartius verlof gekregen had zijn wegbereidersplan te volvoeren. Maar of we het moeten betreuren dat hij de kans niet kreeg, waag ik toch te betwijfelen. Invoering van een nieuwe bijbelvertaling in de kerk is een nogal ingrijpende zaak, die men niet regelmatig moet herhalen. De gewenningsperiode is gewoonlijk zeer lang, en alleen al daarom is het niet aanbevelenswaardig een bijbelvertaling in gebruik te nemen waarvan bij voorbaat vaststaat dat ze niet meer dan een tussenoplossing kan zijn.”

Talrijke andere parallellen trekt Van Deursen tussen Baudartius’ tijd en het heden. Van het probleem van de asielzoekers -Baudartius’ ouders vluchtten omwille van het geloof uit Vlaanderen- tot het belang van talenkennis -Baudartius kon in vier talen preken, nog los van zijn kennis van de klassieken. Dat een gemeente bij het beroepen van een nieuwe dominee vooral naar preektalent keek, is in de loop der eeuwen weinig veranderd. Maar de belangrijkste vraag bij kerkvisitaties is wél verschoven. Van Deursen: „Men vroeg niet: Gaat de dominee genoeg de gemeente in? maar: Zit hij genoeg thuis om te studeren?”

De gemeente Lisse had een goede predikant aan Baudartius. „We weten dat hij vlijtig was en intelligent, met een speciale gave voor het leren van talen en welsprekend op de stoel.” Waarom hij zo snel weer afscheid nam? Zijn vrouw Barbara was als Kamper burgemeestersdochter niet opgeleid voor het melken van koeien. Toch werd dat in Lisse van haar gevraagd, want het traktement van de dominee was zodanig dat hij -of liever: zijn vrouw- enige neveninkomsten uit het boerenbedrijf moest zien te vergaren. De rest van zijn dagen bracht Baudartius dan ook door als predikant van Zutphen.

Als geschiedschrijver, maar vooral als bijbelvertaler heeft Baudartius betekenis gehad, stelt Van Deursen. „Had hij, gezien zijn grote gaven, geen hoogleraar kunnen worden?” vraagt iemand uit het publiek. Dat verleidt Van Deursen tot speculatie: „Misschien was de hele kerkgeschiedenis anders verlopen als Baudartius op de stoel van Arminius gezeten had.”

In de consistorie van de kerk is een kleine tentoonstelling over Baudartius en de Statenvertaling ingericht. Die bestaat voornamelijk uit de panelen over de geschiedenis van de Statenvertaling die normaal gesproken in de Dordtse Augustijnenkerk te bezichtigen zijn. Daaraan zijn afbeeldingen van Baudartius, zijn grafsteen en fragmenten uit zijn boeken toegevoegd. Aan de wand van de consistorie hangt permanent Baudartius’ portret: het eerste in een hele galerij van Lisser dominees.

De gratis toegankelijke tentoonstelling over Baudartius en de Statenvertaling in de consistorie van de Grote Kerk te Lisse is nog te bezichtigen op 24 en 31 januari van 11.00 tot 16.00 uur.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer