„Ik wil helderheid op alle fronten”, aldus de bewindsman. Er zijn nu twijfels over het onderzoek dat de inlichtingendienst AIVD destijds heeft gedaan.

Het handelen van de AIVD tot en met 2 november 2004, de dag waarop Theo van Gogh werd vermoord, is door de commissie die toezicht houdt op de inlichtingendiensten (CTIVD), uitputtend onderzocht, schrijft hij de Tweede Kamer. Maar „gezien de grote maatschappelijke impact van deze gebeurtenis en de vragen die er kennelijk nog leven over het handelen van de AIVD in dezen na 2 november 2004” vraagt hij de CTIVD die latere periode nu ook nog te onderzoeken. „Ik wil niet dat er twijfel blijft bestaan over enig aspect”, zei de bewindsman in een toelichting.

Hoofdofficier van justitie Frits van Straelen, officier van justitie in de zaak tegen dader Mohammed B., zei onlangs in het programma ‘Dossier EenVandaag’ „echt ervan overtuigd” te zijn dat er aanwijzingen zijn dat B. is geholpen met de route, een vuurwapen en geld. Hij had dit ook al aangekaart tijdens de strafzaak in 2005. Maar bruikbaar bewijs was er niet.

Op verzoek van Geert Wilders (PVV) en Ronald van Raak (SP) zou er ook een debat komen over de kwestie, maar zij willen nu eerst de uitkomsten van het onderzoek afwachten, zei Wilders. Van Raak vroeg in 2008 al heropening van het onderzoek aan. De SP’er denkt dat er banden zijn die nog nooit zijn beluisterd. „Ik hoop dat de CTIVD de geur van doofpot rond deze zaak kan doen verdwijnen.” Ook VVD-Kamerlid Klaas Dijkhoff wijst erop dat er mist was blijven hangen en het alleen al daarom goed is dat er nader onderzoek komt.

De CTIVD komt nog met een invulling van het onderzoek, zei Hilde Bos, secretaris van de commissie. „We kijken ook naar de vragen die er nog leven”, zei ze. Volgens haar kan het onderzoek op korte termijn beginnen.