Binnenland

Missie Irak trekt zware wissel op luchtmacht

De strijd brandt los. Twee Nederlandse F-16’s hebben dinsdag drie bommen op doelen van de terreurorganisatie IS in Noord-Irak gegooid. Qatar neemt het besluit, Nederland de verantwoordelijkheid. De missie trekt een zware wissel op defensie. „De luchtmacht zit aan z’n top.”

Gerard ten Voorde

8 October 2014 20:30Gewijzigd op 15 November 2020 13:27
Een F-16 in actie. beeld defensie
Een F-16 in actie. beeld defensie

Nederland steunt sinds vorige week de gewapende strijd van een internationale coalitie tegen de opmars van de terreurgroep Islamitische Staat (IS), vooralsnog keurig binnen de lijntjes van Irak. Zes Nederlandse F-16’s (plus twee reserve) staan dag en nacht paraat op de Shaheed Mwaffaq Air Base in Jordanië.

De missie voor Irak is omgeven met geheimzinnigheid. Defensie wil nog altijd alleen maar kwijt dat de Nederlandse F-16’s in „een Aziatisch gastland” staan, ook al is de stationering in Jordanië een publiek geheim. „Wij hebben het gastland beloofd geen mededelingen te doen. Daar houden we ons aan”, verklaart commodore Onno Eichelsheim, directeur operaties van de Koninklijke Luchtmacht. „Ook voor de veiligheid van onze mensen.”

Operationeel

De missie voor Irak is nieuw, maar –voor de luchtmacht– niet uitzonderlijk zwaar, aldus Eichelsheim. „Onze vliegers zijn net met veel kennis en kunde teruggekeerd uit Afghanistan.” Nederlandse F-16’s zijn de afgelopen decennia vrijwel permanent in actie geweest. In Bosnië, in Afghanistan, in Libië.

Ook al bestaat de internationale coalitie tegen IS in Irak en Syrië uit pakweg veertig landen, Nederland voegt daar wel degelijk iets aan toe, vindt Eichelsheim. „Wij beschikken over kwalitatief hoogwaardige jachtvliegtuigen met gevoelige sensoren en precisiemunitie, die we lasergeleid en via gps kunnen afwerpen.”

De Nederlandse F-16’s –vier van Leeuwarden, vier van Volkel– zijn bovendien in staat dag en nacht in actie te komen. De commodore verwacht daarom „een bovengemiddelde inzet” van de Nederlandse jagers in de strijd tegen IS.

Een Amerikaans hoofdkwartier in Qatar beslist over de operationele inzet van alle gevechtsvliegtuigen en wapens van de coalitietroepen, dus ook die van de Koninklijke Luchtmacht. Daarmee geeft Nederland z’n verantwoordelijkheid echter niet uit handen.

„In het commandocentrum in Qatar zitten een Nederlandse targeteer en een vlieger aan tafel die meedenken over de operationele inzet. Welk toestel en welke wapens zijn op dat moment het meest geschikt voor die opdracht?”

De commandant van het Nederlandse detachement op de luchtmachtbasis in Jordanië is –en blijft– eindverantwoordelijk voor de Nederlandse inzet. Bovendien kan deze detachementscommandant, namens de commandant der strijdkrachten, een stokje steken voor een opdracht.

Ook een Nederlandse piloot kan in zijn cockpit nog besluiten een aanval niet uit te voeren. „Als een vlieger bij een aanval ineens burgers rond het doelwit aantreft of als een gepland doel zich onverwacht verplaatst, waarbij veel nevenschade kan ontstaan, kan hij ter plekke besluiten niet te bombarderen.”

Dreiging

De terreurorganisatie IS beschikt over Russische SA16-luchtafweerraketten met een bereik van 2500 meter. De Nederlanders vliegen hoog genoeg om buiten het bereik van de raketten te blijven.

Piloten kennen twee spookscenario’s: beschoten worden met hittezoekende raketten of vanwege een mankement met een schietstoel z’n kist moeten verlaten boven vijandelijk gebied. Elke vlieger die in Irak of Syrië in handen valt van de nietsontziende terreurgroep zou zomaar eenzelfde, afschuwelijk lot kunnen wachten: onthoofding, gehuld in een oranje Guantanamo Bayoverall, voor het oog van de camera.

„Onze vliegers zijn zich zeer wel bewust van deze risico’s”, geeft Eichelsheim aan. „Zij kunnen daar goed mee omgaan.” Hij wijst op de keerzijde. „Deze dreiging geldt voor elke missie. Voor de vliegers is dit geen issue.” Elke piloot heeft in zijn opleiding een uitgebreide overlevingstraining gevolgd. Details kan de militair daarover niet geven. Geheim.

De internationale coalitie kan Amerikaanse special forces –tot de tanden gewapend– inzetten om piloten via een Search and Rescue-operatie (SAR) te redden. Eventueel tot ver achter de vijandelijke linies. De KLu-directeur operaties kan niet zeggen hoe en vanaf waar deze vechtjassen opereren.

Burgerslachtoffers

Bij de aanvallen in Irak legt Nederland zichzelf de taak op burgerslachtoffers en collateral damage (nevenschade) te voorkomen of zo veel mogelijk te vermijden. Deze opdracht begint al bij de start van het proces, legt Eichelsheim uit. „Onze targeteers denken vooraf na over het effect van bepaalde wapensystemen. Zo mogelijk kiezen zij andere wapens of andere aanvalstactieken.”

In Irak zijn ook Nederlandse jihadisten actief. Daarmee kan de situatie ontstaan dat een Nederlandse F-16-vlieger een landgenoot onder vuur neemt. „Klopt”, reageert Eichelsheim nuchter. „Ik heb daar geen moeite mee, dat is de consequentie van aansluiting bij de terreurgroep. Jihadisten weten wat de risico’s zijn.”

Op volle toeren

De coalitie tegen IS draait op volle toeren. Toch lijkt de terreurgroep nog altijd vrijwel ongehinderd te kunnen oprukken. De Koerdische stad Kobani in Noord-Syrië dreigt na zware aanvallen volledig ten prooi te vallen aan IS.

Daarmee dringt zich opnieuw de vraag op of luchtaanvallen voldoende zijn om IS te verslaan. Eichelsheim wijst erop dat het luchtwapen, hoe krachtig ook, niet geschikt is om land bezet te houden. „Nadat IS is verslagen, zullen grondtroepen nodig zijn.”

De commodore reageert voorzichtig op de vraag of er ook zogenaamde ”boots on the ground” nodig zijn om IS op de knieën te krijgen. „Ik kan me voorstellen dat er grondtroepen nodig zijn. Maar dat is aan het Amerikaanse commandocentrum in Florida om te bepalen.” Eichelsheim wijst op de aanwezigheid van Iraakse en Koerdische troepen. „Daarom trainen wij die.”

Volgens berichten in de internationale media kampt de coalitie met een tekort aan doelen om IS te bombarderen. „Ik herken die berichten niet”, verklaart de KLu-directeur operaties. Volgens hem zijn er vooralsnog voldoende commandocentra, munitiedepots en zware wapens van IS voorhanden om aan te vallen. „Elk doel dat de opmars van IS stuit, is een goed doel.”

Eichelsman erkent dat de opdracht IS te stoppen „niet gemakkelijk” zal zijn. „De coalitie ontplooit zich echter snel en precies. Er zal een kentering komen”, verwacht de militair. Over een mogelijk tijdspad laat hij zich niet uit.

Zware wissel

De missie tegen IS trekt een zware wissel op de Koninklijke Luchtmacht. Minister Hennis rekende de Tweede Kamer onlangs voor dat Nederland –op papier– over 68 F-16’s beschikt. Daarvan zijn er slechts 25 operationeel inzetbaar. Een deel is in onderhoud, een ander deel bevindt zich in de VS voor training.

Twee F-16’s staan dag en nacht paraat in Nederland voor de Quick Reaction Alert (QRA) om bijvoorbeeld Russische bommenwerpers te onderscheppen die het Nederlands luchtruim naderen. Vier F-16’s vliegen vanuit Polen om de Baltische staten bij te staan tegen Russische agressie.

De inzet van zes F-16’s (plus twee reserve) in Jordanië betekent een nieuwe aanslag op beperkte capaciteit. „De Irakmissie is een zware belasting voor de luchtmacht. Het kost moeite om vliegers en vliegtuigen in de lucht te houden. We zitten op de grens van ons kunnen”, aldus Eichelsheim.

Door de eenzijdige inzet van alleen lucht-grondaanvallen in Irak, verdwijnen de algemene vaardigheden van vliegers in bijvoorbeeld luchtgevechten. „Op langere termijn boeten wij aan ervaring in. De luchtmacht heeft na de missie zeker een jaar nodig om weer op de normale getraindheid te komen.”

Ook bij het luchttransport loopt de luchtmacht tegen z’n grenzen aan. De missies in Mali, Irak en Polen vragen veel transportcapaciteit. Bij een eventuele nieuwe missie moet de luchtmacht verstek laten gaan. „We zitten ook daar aan onze top.”


„Succes luchtaanvallen blijft uit”

Door de inzet van Nederlandse F-16’s boven Irak tegen de terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) krijgt de Amerikaanse defensie de mogelijkheid zich te concentreren op Syrië.

Defensiespecialist Kees Homan van Clingendael verbaast zich er echter over dat de Amerikaanse luchtaanvallen tot dusver niet tot successen hebben geleid. „De IS-strijders zijn nu al in de buitenwijken van de Syrische stad Kobani en staan op het punt de stad in te nemen. Daarnaast rukken ook IS-strijders op naar Bagdad.”

Hij benadrukt dat de luchtaanvallen slechts een deel van de oplossing zijn. Als IS militair is geneutraliseerd, moet volgens hem de Iraakse krijgsmacht weer worden opgebouwd. Volgens de defensiespecialist van Clingendael moeten naast militaire acties ook andere middelen worden ingezet, zoals economische en onderwijsprojecten om de harten van de bevolking te winnen. „Nederland had in Uruzgan op dat gebied een uitstekende reputatie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer