Kabinet ziet geen ruimte voor actie in Kobani
DEN HAAG (ANP). In de Syrische grensstad Kobani is een humanitaire noodsituatie, maar internationaal is er geen overeenstemming over welke gevolgen hieraan moeten worden verbonden. Dat schrijft het kabinet woensdagavond in een brief aan de Tweede Kamer.
Er kan in een dergelijke noodsituatie militair worden ingegrepen, ook zonder een resolutie van de VN-Veiligheidsraad. Maar bij een „dergelijk vergaand politiek besluit” vindt het kabinet dat de internationale gemeenschap eensgezind moet optreden en die eensgezindheid is er niet.
Het kabinet schrijft verder dat de situatie in Kobani „bijzonder zorgelijk” is en de „humanitaire nood zeer groot”. De stad wordt van drie zijden belegerd door terreurbeweging Islamitische Staat (IS).
Aan de Turkse kant van de grens is de situatie „complex”, maar niet extreem of chaotisch. Als er gevraagd wordt om extra financiële steun voor opvang van vluchtelingen in Turkije zal het kabinet daar positief op reageren.
Een humanitaire corridor over Syrisch grondgebied waarvoor sommige partijen pleiten is moeilijk. Het is „politiek, juridisch en militair uiterst complex”, aldus het kabinet. Bovendien legt Turkije vluchtelingen uit Syrië weinig in de weg om het buurland binnen te komen.
In de Tweede Kamer steunen onder meer het CDA en de ChristenUnie een directe interventie van Nederland in het Syrische conflict. De ChristenUnie wil het wel beperken tot Kobani. Die partij vindt de brief teleurstellend. Donderdagochtend overlegt de Kamer over de toestand in Kobani.
Nederland doet in een internationale coalitie mee tegen IS. De inzet met onder meer F-16’s beperkt zich tot Irak omdat een rechtsgrondslag voor optreden in Syrië ontbreekt. Wel dringen de meeste partijen er bij het kabinet op aan om een mandaat te zoeken voor een ingrijpen in Syrië.
