Heinz-Horst Deichmann (1926-2014): schoenenverkoper met principes
ESSEN. De maandag overleden Duitse zakenman Heinz-Horst Deichmann werd de succesvolste schoenenverkoper van Europa. Tegelijk leefde hij strikt naar zijn christelijke principes.
Net als de ondernemers achter de discounters ALDI en Lidl had Heinz-Horst Deichmann succes met het aanbieden van goedkope producten. Maar vanwege zijn geloof ging hij bewust anders om met zijn personeel.
Nadat zijn vader in 1940 overleden was, hielp de jonge Deichmann in de avonduren zijn moeder in de winkel. Plannen om het bedrijf over te nemen, had hij niet. Hij studeerde medicijnen, werd orthopeed en werkte een paar jaar als arts. In 1956 echter voelde hij zich tegenover zijn familie verplicht om alsnog in de winkel te stappen.
Daarmee begon een ongewoon succesverhaal. Zijn vader maakte vooral betaalbare schoenen voor de mijnwerkers. Zoon Heinz-Horst bouwde de zaak uit tot de grootste schoenenwinkelketen in Europa met ruim 3500 filialen in 23 landen. De Deichmanngroep is onder meer het moederbedrijf van de Nederlandse schoenenketen vanHaren. Het concern maakte afgelopen jaar 4,6 miljard euro omzet en heeft 35.000 werknemers in dienst.
De beginjaren waren moeilijk. Deichmann moest improviseren. Hij maakte sandalen van goedkoop populierenhout en parachuteriemen. Daardoor konden arme klanten bij hem terecht. Verder begon hij een ruilbeurs voor gebruikte exemplaren. Ook sorteerde hij als eerste in zijn branche schoenen per schoenmaat in de schappen.
Toen Duitsland economisch weer opkrabbelde, ging het ook de schoenenwinkel voor de wind. Deichmann nam andere winkels over en expandeerde zelfs naar Zwitserland en de Verenigde Staten.
Zijn producten moesten betaalbaar blijven, vond Deichmann. Hij kreeg als bijnaam ”schoenen-ALDI”. Die aanduiding zag hij niet als negatief maar juist als een verkoopargument. Hij kon zo goedkoop zijn omdat hij zijn schoenen liet maken in lagelonenlanden in Azië. Dat kwam hem op heftige kritiek te staan: de werkomstandigheden in die landen zouden onmenselijk zijn.
Deze beschuldiging trof hem zwaar, vertelde hij later. Voortaan zou hij er alles aan doen om de werkomstandigheden van zijn personeel te verbeteren. „Het bedrijf moet de mensen dienen”, vond Deichmann. De diepgelovige lutheraan wilde zich verre houden van elke vorm van uitbuiting. Voor zijn personeel regelde hij bedrijfspensioen en gratis kuurreizen naar Zwitserland. Vanwege het in praktijk brengen van zijn christelijke overtuiging eerde de Unie van Evangelische Kerken, een verband binnen de –protestantse– Evangelische Kerk in Duitsland (EKD), hem vorige maand met de Karl Barthprijs.
Een deel van de winsten die het bedrijf maakte, laat de familie Deichmann ten goede komen aan arme naasten. Daarvoor richtte de familie de hulporganisatie Wort und Tat op, die actief is in onder meer India, Tanzania, Moldavië, Griekenland en ook in Duitsland zelf. De zakenman zei ooit: „God zal mij aan het einde van mijn leven niet vragen hoeveel schoenen in verkocht heb, maar of ik als een ware christen heb geleefd.”