In dit megaproject wordt de komende decennia maar liefst 1470 hectare onder handen genomen, om het haventerrein deels te bestemmen voor wonen, werken en recreëren.

Het college van burgemeester en wethouders verrichtte woensdag de starthandeling voor de stadshavens. Nu het zo goed als zeker is dat de tweede Maasvlakte er komt, kunnen grote bedrijven richting zee verhuizen. Op de vrijkomende plekken heeft Rotterdam grote plannen voor huizenbouw en stedelijke economie.

Aan de noordrand van het gebied, de Vierhavensstrip, komt vrijwel zeker een zogenoemd Dakpark. Het college neemt over enkele weken een besluit over de bouw van 50.000 vierkante meter bedrijfsruimte met op het dak een wijkpark van dik 3 hectare. Het oude havengebied nabij de vervallen wijk Bospolder/Tussendijken, waarin nu nog de tippelzone aan de Keileweg ligt, krijgt zo een grote facelift.

De zes wethouders van Rotterdam, zonder hun deze week opgestapte collega De Faria, gaven gisteren de aanzet om het spoor in het gebied te verwijderen. De Vierhavensstrip maakt nu een verloederde indruk, maar moet in 2008 plaats gaan bieden aan kantoren, grootschalige detailhandel, productiebedrijven en horeca.

Projectleider stadshavens F. de Ruiter ziet in de Merwehaven, ook aan de noordrand, kansen voor woningbouw. Het fruitoverslagbedrijf Seabrex verkast waarschijnlijk naar de Maasvlakte, waardoor ruimte vrijkomt.

„De komende tien jaar zullen meer bedrijven verhuizen. Dan moet je als stad weten wat je met die terreinen wilt”, zegt De Ruiter. Hij benadrukt dat het project nog voornamelijk in de fase van plan- en ideevorming zit, maar de grootste ontwikkelingslocatie van Nederland komt wel steeds meer in de belangstelling te staan.

Volgens havenwethouder W. van Sluis is het belangrijk dat Rotterdam daadkracht toont bij de economische herstructurering van de stadshavens. De stad heeft bijvoorbeeld niet veel bedrijfslocaties in de aanbieding. „Als straks eind 2005 de Keileweg dichtgaat, moet er meteen wat anders komen. In het verleden duurde dat veel te lang en konden terreinen verloederen.”