Minister Jet Bussemaker (OCW) opent zondag officieel het Levend Paardenmuseum in de manege. Bezoekers kunnen het historische gebouw van binnen bewonderen, een film over de manege bekijken, voorwerpen uit de ruitersport zien of een rondleiding krijgen. De 54 paarden hebben in principe geen rol in het museum, al kunnen liefhebbers altijd een les boeken.

Rijschoolhouder Vincent Valk zag zich genoodzaakt het gebouw een extra functie te geven om onder meer de kosten voor het intensieve onderhoud van het oude pand te kunnen blijven opbrengen. „We huren het pand van de gemeente en hebben als huurder de taak om de binnenkant van het monument te onderhouden. We kunnen dat niet alleen met de paardenhouderij bekostigen. Vandaar dat we een stichting hebben opgericht, die fondsen werft en de manege een museumfunctie geeft.”

Valk wil bovendien ook de paarden een beter leven geven. „Ze staan nu nog in stands (kleine stallen) aangebonden, dat willen we eigenlijk anders. We gaan kijken of we buiten de stad een tweede locatie kunnen vinden, zodat we met meer paarden kunnen rouleren.” De viervoeters kunnen dan na een paar weken in de manege, een paar weken op het land vertoeven.

De rijschoolhouder is al 1,5 jaar bezig om de manege tot museum om te bouwen, maar aangezien hij alles zelf moet betalen gaat het langzaam. Op dit moment komen er zo’n 6000 bezoekers per jaar. Dat moeten er over 5 jaar zo’n 20.000 tot 30.000 per jaar zijn. Op den duur zou Valk ook graag een collectie met verschillende paardenrassen willen opbouwen.

De Hollandsche Manege is gebouwd door architect Dolf van Gendt, die ook het Concertgebouw ontwierp. Hij maakte een voor die tijd spectaculaire overkapping van de rijbaan.