Opinie

IS hanteert modern media-arsenaal

Twitter moet de Nobelprijs voor de vrede krijgen, schreef Mark Pfeifle in 2009. Deze politiek adviseur was zeer onder de indruk van de moord op een studente in Iran. De video met de laatste ogenblikken van het meisje werd massaal gedeeld via Twitter en YouTube en opende zo de ogen van velen voor het onrecht in dit land. Ook als er geen enkele journalist meer is, stelt Twitter mensen in staat om die onderdrukking wereldkundig te maken. Sociale media zijn de megafoon voor miljoenen die nu samen een vuist kunnen maken, zei Pfeifle.

S. M. de Bruijn
3 October 2014 11:43Gewijzigd op 15 November 2020 13:20
”IS bracht afgelopen week een nieuwe propagandafilm uit: Flames of War."
”IS bracht afgelopen week een nieuwe propagandafilm uit: Flames of War."

Ik ben benieuwd hoe Pfeifle aankijkt tegen de onlusten van de laatste maanden in de buurlanden van Iran. Sociale media spelen daarbij weer een belangrijke rol, maar Pfeifle zal deze voorbeelden niet aangrijpen om opnieuw te pleiten voor de Nobelprijs voor de vrede.

Het is opvallend hoe professioneel Islamitische Staat gebruikmaakt van sociale media. In 2009 waren de tweets en video’s uit Iran afkomstig van amateurs en dat gold ook bij de Arabische lente. Bij de recente oorlog tussen Rusland en Oekraïne maken de leiders van de strijdende partijen eveneens gebruik van sociale media, maar het ontbreekt hen kennelijk aan coördinatie. De manier waarop IS de aandacht weet te trekken, verraadt echter een doordachte communicatiestrategie.

Dit voorjaar richtte IS een eigen mediabedrijf op, Al-Hayat, dat een eigen Engelstalig tijdschrift verspreidt, The Islamic State Report, vol gruwelijke foto’s. Op het eigen YouTubekanaal verspreidt Al-Hayat video’s die moslims oproepen om zich achter de jihad te scharen. Uit de producties blijkt dat de makers goed weten hoe ze effect kunnen sorteren in de westerse wereld. Bij het uitroepen van het kalifaat, eind juni, verscheen een video waarin een militante moslim uitdagend rondtoert in een Amerikaanse politieauto: „Kijk eens hoeveel geld Amerika heeft uitgegeven om de islam te bestrijden – en wij steken het in onze zakken.” Lachend roept hij: „Obama, zorg je wel voor luiers voor je soldaten?”

De laatste videoproductie is van afgelopen week: ”Flames of War”, genoemd naar een bordspel over de Tweede Wereldoorlog. De film bevat veel speciale effecten en vertraagde beelden van hevige explosies, alsof hij bedoeld is om bioscoopbezoekers te vermaken, maar in feite is het een propagandavideo die westerse moslims oproept tot het martelaarschap.

Grand Theft Auto

Vorige week kondigde Al-Hayat een nieuw medium aan. Er gaat een computerspel verschijnen dat trekjes heeft van Grand Theft Auto, een 18+ spel met extreem geweld. Er circuleert al een filmpje dat toont hoe de IS-variant eruit gaat zien. Volgens IS moet het „kinderen en jongeren trainen hoe ze de strijd moeten aanbinden tegen het Westen en degenen die zich verzetten tegen de Islamitische Staat de schrik op het lijf kunnen jagen.” Voeg bij dit rijtje nog de beruchte onthoofdingsvideo’s die door Al-Hayat werden verspreid. Ze veroorzaakten onmiddellijk een golf van verontwaardiging in de westerse wereld.

Media zijn essentiële ingrediënten van elke oorlog, maar voor het eerst worden nieuwe media zo deskundig ingezet. Kenners die de video’s analyseren, zeggen dat er geavanceerde software voor gebruikt is en dat de opnames voor de onthoofdingen dagen of weken in beslag nemen. IS weet er alle fronten mee te bespelen: het werven van rekruten, het proclameren van eigen standpunten, het provoceren van de vijand en het angst aanjagen van grote groepen burgers. Het ligt voor de hand dat deze militanten niet alleen over technische kennis beschikken maar ook haarfijn weten hoe ze die zo kunnen inzetten dat ze er het juiste (massa)psychologische effect mee bereiken bij westerlingen.

De trieste conclusie is dat westerse landen bij deze oorlog niet alleen bekogeld worden met wapens die ze kort daarvoor zelf geleverd hebben – maar ook met media die ze zelf ontwikkeld hebben.

De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad en lector nieuwe media van Driestar hogeschool.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer