Kabinet werkt aan mandaat voor aanvallen op IS in Syrië
DEN HAAG. Het kabinet gaat zich ervoor inspannen dat er snel duidelijkheid komt over een volkenrechtelijk mandaat om terreurorganisatie IS ook in Syrië te bestrijden.
Een dergelijke rechtsgrond ontbreekt nu, stelde premier Rutte donderdag tijdens het debat over de missie tegen IS. Overigens is niet zeker of Nederland daadwerkelijk deelneemt aan gevechten in Syrië als daar wel een mandaat voor komt. Het kabinet maakt in dat geval een nieuwe militaire afweging. Tot die tijd blijft de Nederlandse inzet beperkt tot aanvallen op IS in Irak.
Zoals voorafgaand aan het debat al duidelijk was, steunt een overgrote Kamermeerderheid die operatie. Alleen SP en PvdD zijn tegen. Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) noemde het brede draagvlak „misschien wel historisch.”
Een flink deel van de Kamer, waaronder de drie christelijke partijen, vindt dat Nederland ook zou moeten meedoen aan de strijd in Syrië. Die fracties wezen op de grote humanitaire nood in dat land. CDA’er Buma stelde bijvoorbeeld dat „het onrecht dat IS verspreidt niet alleen de bevoegdheid, maar voor alles de morele opdracht geeft om in te grijpen.” Wie bij de slachtpartijen van IS „het volkenrecht gebruikt om toe te kijken, maar niet om in te grijpen, schept geen gerechtigheid.”
De Nederlandse F-16’s zullen opereren vanaf een basis in Jordanië, bevestigde minister Hennis (Defensie) donderdag. D66-fractievoorzitter Pechtold –en ook de ChristenUnie– toonde zich tijdens het debat „onaangenaam verrast” door berichten dat er al F-16’s in Jordanië waren voordat de Kamer met het kabinet over de missie had gedebatteerd. Hij vroeg zich af of dat grondwettelijk gezien wel zuiver was.
Rutte vond van wel. „Ik vind het zuiver omdat Jordanië niet het missiegebied is.” De F-16’s staan daar slechts klaar om te worden ingezet. Van operationele inzet is immers nog geen sprake. De straaljagers worden pas op zijn vroegst in de loop van volgende week actief in Irak.
De premier wees Pechtold er nog fijntjes op dat instemming van de Kamer voor de missie überhaupt niet nodig is. „Strikt genomen zouden ze al hebben mogen opereren.” Dat ze nog niet zijn ingezet, is omdat het kabinet daarvoor wel graag eerst voldoende draagvlak wil creëren.
SGP-leider Van der Staaij stelde in zijn bijdrage aan het debat dat de nieuwe regering in Irak ervoor moet zorgen dat „alle vredelievende inwoners van dat land, zonder onderscheid, een veilige plek kunnen vinden.” De regering moet ook minderheden, zoals jezidi’s en christenen, beschermen.
ChristenUniefractievoorzitter Slob diende mede namens de SGP een motie in die het kabinet verzoekt binnen de internationale anti-IS-coalitie aan te dringen op een „inclusieve veiligheidsstrategie waar specifiek aandacht wordt geschonken aan minderheden, waaronder de jezidi’s en christenen.”
Het kabinet is het daar helemaal mee eens, reageerde Rutte. „Niet alleen binnen de coalitie, maar ook in het Nederlandse beleid is er nadrukkelijk aandacht voor de positie van minderheden en zeker ook voor de genoemde groepen.”