„Risico op fatale fouten bij IS-missie”
EINDHOVEN (ANP). Dat informatie door de hedendaagse technologie tegenwoordig zo toegankelijk is, is in het geval van militaire missies eerder een vloek dan een zegen, vooral bij grote missies waar veel manschappen aan deelnemen. Dat geldt ook voor de missie tegen Islamitische Staat in Irak. De gemakkelijke toegang tot technologie in combinatie met het grote aantal deelnemende militairen, kan leiden tot meer burgerslachtoffers dan strikt noodzakelijk. Daarvoor waarschuwt techniekfilosoof en reservist bij Defensie Christine Boshuijzen op basis van onderzoek dat ze gedaan heeft voor haar proefschrift.
Gedetailleerde informatie over vluchten van F-16’s en realtimebeelden van mogelijke doelen, zijn beschikbaar voor heel wat mensen die deelnemen aan de missie, op verschillende hiërarchische niveaus. „Vroeger was het eenvoudig: een commandant overlegde met een andere commandant op basis van de informatie die ze allebei hadden. Tegenwoordig is die informatie voor veel meer mensen beschikbaar.”
Volgens Boshuijzen gaan dan ook veel meer mensen zich met de beslissingen bemoeien. „Bijvoorbeeld bij het werpen van bommen. Een commandant kijkt mee naar wat de piloot ziet vanuit de cockpit. Hij is erop getraind om met het grotere plaatje rekening te houden en zich niet te laten verleiden tot tunnelvisie”, legt ze uit. „Maar in grotere missies kunnen ook andere mensen zich met de cockpitbeelden bemoeien en de commandant ertoe dwingen andere keuzes te maken. Dan kunnen er fouten gemaakt worden: dat er onnodig toch een bom gegooid wordt, met veel burgerslachtoffers tot gevolg.”
Ook het feit dat militairen uit totaal verschillende culturen meedoen aan de missie tegen IS, kan een risicofactor zijn. Nederlandse militairen gaan straks in Irak samenwerken met onder andere militairen uit Arabische staten. „Zij hebben andere procedures en wereldbeelden, die kunnen botsen met de Nederlandse. Ook is niet steeds duidelijk wie nou precies de baas is, hoe de hiërarchische lijnen lopen.”
Boshuijzen promoveert maandag aan de TU Eindhoven op haar bevindingen.