Dijsselbloem zei dat donderdag in het Kamerdebat over zijn bonuswet, die onder meer bepaalt dat een bonus niet meer dan 20 procent van het vaste salaris mag bedragen. Er gelden uitzonderingen voor bijvoorbeeld zeer gespecialiseerd ICT-personeel. „Als de sector mijn vertrouwen beschaamt en er misbruik van maakt, dan haal ik de uitzonderingen natuurlijk weer uit de wet”, aldus Dijsselbloem.

Hij verwees ook naar geruchten dat banken voor veel geld schilderijen - gemaakt door werknemers - zouden kopen om op die manier het bonusplafond voor die ‘schilderende’ werknemers te omzeilen. De Nederlandsche Bank zal daar streng op toezien, zei Dijsselbloem. Als de wet wordt omzeild, „staan we hier binnenkort weer om ’m aan te scherpen”, zei hij tegen de Kamer.

Het belangrijkste doel van het bonusplafond is voor Dijsselbloem dat hij wil voorkomen dat bonussen als ze hoog zijn uitnodigen tot het nemen van onverantwoorde risico’s. Die ‘perverse prikkel’ moet uit het systeem wat de minister betreft.

Het wetsvoorstel zal een meerderheid krijgen in de Kamer maar donderdag waren er nog wel wat kritische geluiden. Zo waarschuwde regeringspartij de VVD voor oneerlijke concurrentie omdat de wet de strengste is in Europa. De PvdA pleitte voor hogere boetes bij overtredingen van het plafond, tot 10 miljoen euro aan toe. Dijsselbloem ging daar niet meteen in mee; wel wil hij kijken naar een systeem waarbij de hoogte van de boete afhangt van de omzet van het bedrijf.

In het debat bleek verder dat verzekeraar Aegon deels uitgezonderd is van het bonusplafond. Dat komt doordat 75 procent van de activiteiten van de holding Aegon in het buitenland plaatsvindt. De uitzondering geldt alleen voor Aegon-medewerkers die internationaal actief zijn, niet voor de Aegon-werknemers bij de Nederlandse tak van het bedrijf.