Internationalisering moet christelijk onderwijs eigen zijn
Juist het christelijk onderwijs moet internationalisering prioriteit geven, stelt Jaap Braaksma.
Internationalisering staat steeds vaker op de agenda van de school. In eerste instantie denken velen bij internationalisering aan buitenlandexcursies, vaak de grootste schoolkostenpost sinds de invoering van ‘gratis’ schoolboeken. Ouders hebben niet altijd goed zicht op de toegevoegde waarde van deze activiteiten. Het is een goede zaak als scholen duidelijk communiceren wat hun doelstellingen zijn bij internationalisering in het onderwijs. Dat versterkt het draagvlak onder het internationaliseringsbeleid.
De werknemer van de toekomst zal op zijn werkplek mensen uit verschillende culturen ontmoeten. Via internet zal hij bovendien breder contact onderhouden met internationale collega’s, klanten of toeleveranciers. Culturele verschillen worden dan merkbaar, om te beginnen al in de ”alledaagse” communicatie.
De Nederlandse medewerker vraagt zich bijvoorbeeld af waarom hij zo’n indirect antwoord krijgt van zijn collega uit een cultuur waarin veel formeler wordt gecommuniceerd. De buitenlandse collega voelt zich gedomineerd door de directe manier van communiceren die in onze cultuur vanzelfsprekend is. Internationalisering biedt mogelijkheden om leerlingen en studenten hierop voor te bereiden.
In de genen
Uit het oogpunt van onderwijskwaliteit is er ook voor het voortgezet onderwijs reden genoeg om internationalisering een expliciete plaats te geven. Het christelijk onderwijs heeft daarnaast zijn eigen motieven voor internationalisering. Het internationale karakter zit in de genen van het christendom.
Op kruispunten van de kerkgeschiedenis hadden ontwikkelingen een internationale dimensie. Het eerste pinksterfeest was bij uitstek internationaal. Ook een beweging als de Reformatie was niet beperkt tot een enkel land, maar voltrok zich in de dynamiek van een netwerk van internationale contacten.
Dat internationale wordt ook zichtbaar in de visie op burgerschap. De Britse theoloog D. M. Lloyd-Jones schrijft in dit verband: „Christenen moeten zich daarom –en dat is een toetssteen voor de christen– veel meer verbonden voelen met een christen uit een willekeurig land onder de zon, dan met welke niet-christen uit hun eigen land.”
David I. Smith (Calvin College, Grand Rapids) reikt in zijn boek ”Learning from the stranger” een derde motief aan. Juist in de ontmoeting tussen christenen uit verschillende culturen kunnen we meer leren van de „diepte van de rijkdom, beide van de wijsheid en kennis van God.” Denkend vanuit Efeze 2, waar gesproken wordt over het gebouw dat opgebouwd wordt uit vele verschillende stenen, stelt hij dat een christen mag groeien in de ontmoeting met christenen uit andere culturen, met wie hij samen het gebouw vormt waarvan Christus Zelf de hoeksteen is.
Verbondenheid
Een vierde argument is de ervaring. Interculturele ontmoetingen helpen jongeren na te denken over het doel van hun leven, juist doordat er over en weer nieuwe vragen worden gesteld. Uit onderzoek blijkt dat zo’n ”vreemde ervaring” daarbij enorm helpt, soms alleen al doordat je gedwongen wordt om dat wat je gelooft, in een vreemde taal te verwoorden.
Deze motieven voor internationalisering vragen om concretisering in doelen voor het onderwijs.
Internationalisering is niet zozeer een geïsoleerd onderdeel van het onderwijsprogramma. Eerder een focus die op allerlei manieren geconcretiseerd wordt. Een basishouding van wederkerigheid is bepalend voor de manier waarop internationalisering wordt ingevuld. Het gaat om geven en ontvangen.
De ervaring in het buitenland is een mooie gelegenheid om hier echt werk van te maken. Maar ook de eigen schoolomgeving biedt veel mogelijkheden, die niet veel geld hoeven te kosten. En wat te denken van allerlei onderdelen van het reguliere programma: leert een leerling bij Engelse taal in zijn eigen behoeften te voorzien (een reclamefolder te lezen of een Big Mac te bestellen) of leert hij ook om de ander te dienen of een goed gesprek met een Engelse christen te voeren?
Visieontwikkeling op internationalisering en concretisering daarvan in het programma vanuit de christelijke ”world view” leidt tot een verrijking van het programma in het christelijk onderwijs. De ”dure” buitenlandervaringen leveren zo niet alleen mooie herinneringen en praktische ervaringen op, maar geven de leerlingen extra zicht op het leven als christen in verbondenheid met christenen uit vele ”talen”.
De auteur is programmamanager internationalisering bij Driestar educatief.