Hoop op vrede gloort in Birma
Een 21 leden tellende delegatie van Karen-rebellen is donderdag van Bangkok naar Rangoon gevlogen voor vredesbesprekingen met het militaire regime van Birma.
Vijf dagen van onderhandelingen moeten een einde maken aan een van de langdurigste opstanden in de wereld. De Nationale Unie van Karen vecht al meer dan vijftig jaar voor autonomie in het oosten van Birma.
Het is het eerste bezoek sinds 1947 aan Rangoon van de militaire leider van de Karen-rebellen, de 76-jarige Bo Mya. De delegatie van de Karen zal vermoedelijk onder meer praten met premier Khin Nyunt.
Bo Mya zei voor zijn vertrek uit Bangkok dat de Karen de grenzen van hun thuisland in de oostelijke Karen-staat willen bespreken. Ze eisen dat de junta een einde maakt aan zijn militaire offensief en het opleggen van dwangarbeid.
De partijen kwamen in december mondeling een bestand overeen. Bo Mya zei dat, als de Birmese regering een officieel bestand afkondigt, de Karen-rebellen hetzelfde zullen doen.
De rebellen zijn ook bereid deel te nemen aan een door de regering voorgestelde Nationale Conventie waarop een ontwerpgrondwet moet worden opgesteld. Het werken aan die grondwet zou binnen enkele maanden moeten beginnen.