Topman OM voelt zich sterk beperkt
De baas van het openbaar ministerie, J. de Wijkerslooth, voelt zich door de politiek met handen en voeten gebonden als het gaat om het sluiten van overeenkomsten met criminelen.
In een column in het OM-magazine Opportuun, dat volgende week verschijnt, schrijft hij dat de speelruimte die het OM nu onder de nieuwe wet is gegund, uiterst beperkt is. „Te beperkt om voor de opsporing van nut te zijn.”
De Wijkerslooth gaat hiermee in op de kritiek die er vanuit het landelijk parket van het OM is ontstaan in het onderzoek naar de voorgenomen moordaanslag op de Amsterdamse aanklager K. Plooy. Het landelijk parket wilde een deal met een crimineel sluiten om de verdachte organisator van dit misdrijf, J. J., te kunnen vervolgen.
Volgens de leiding van het OM, het college van procureurs-generaal, kan zo’n overeenkomst wettelijk gezien echter niet door de beugel. Daarom mag het landelijk parket deze methode ook niet inzetten. Zolang de politiek niet meer ruimte schept, is een dergelijke deal niet mogelijk, meent De Wijkerslooth. De huidige situatie belemmert volgens hem de opsporing.
„Het zou mijn voorkeur verdienen wanneer het OM veel meer armslag krijgt in de onderhandelingen met verdachten of veroordeelden die bereid zijn over zeer ernstige misdrijven te verklaren”, schrijft hij. In zo’n overeenkomst geeft een crimineel inlichtingen over criminele activiteiten in ruil voor bijvoorbeeld strafvermindering.
„De verklaring van een kroongetuige heeft altijd de schijn tegen”, geeft De Wijkerslooth toe. „Iemand zou zijn verklaring wel eens kunnen hebben aangedikt om een mooie deal in de wacht te slepen.” Daarom is het volgens de voorman van het OM zaak dat een dergelijke verklaring altijd door voldoende ander bewijs wordt ondersteund.
Voorlopig moet het OM nog binnen de smalle marges opereren die de politiek heeft gesteld. De Wijkerslooth concludeert dat het wantrouwen van de politiek tegen het OM sinds de IRT-affaire nog steeds bestaat. Toen deze affaire ontsproot, bleek dat justitie zich bediende van verboden opsporingsmethoden.