De gerestaureerde historische Ledenlokalen in de Amsterdamse dierentuin Artis zijn het toneel van het nieuwe museum, een langgekoesterde wens van directeur Haig Balian. Hij wil hiermee meer van de natuur laten zien dan alleen de grote charismatische dieren. „Als je het publiek iets wilt vertellen over de natuur, moet je de samenhang van de natuur laten zien.” Ieder onderdeeltje heeft met het ander te maken. „Dier met plant, plant met aarde, aarde met microbe, met het heelal, met zonlicht.”

Micropia, dat apart van de dierentuin toegankelijk is, moet de kenniskloof tussen publiek en de wetenschap wegnemen. Volgens Balian is zo’n tweederde van het aantal soorten leven op aarde onzichtbaar. Je kunt het zo gek niet bedenken of er leven microben onder, op of tussen. Dagelijks draagt de mens er zo’n 1,5 kilo van met zich mee. In de mond zitten al 700 soorten bacteriën en op 1 vierkante centimeter huid leven honderdduizenden bacteriën van meer dan 1000 verschillende soorten.

Veel mensen hebben een negatief beeld van de microwereld. Ze vinden het vies of eng. Micropia wil dat veranderen en laten zien dat microben een belangrijke rol spelen bij bijvoorbeeld waterzuivering of het genezen van infectieziekten. Tegelijkertijd wil het museum hét internationale platform voor microbiologie worden, een plek waar wetenschappers, studenten, scholieren, politici en het bedrijfsleven terecht kunnen.

In het museum staat de mens centraal en worden de, vaak levende, micro-organismen aan de hand van moderne technieken getoond. Dit gebeurt bijvoorbeeld onder microscopen en aan de hand van filmpjes. In een laboratorium kweken biologen de micro-organismen zelf en vertellen ze bezoekers erover. Ook kunnen mensen via een bodyscan ontdekken hoeveel biljoen microben ze op hun lichaam hebben of bij de kiss-o-meter zien hoeveel je er uitwisselt bij een zoen. Micropia besteedt ook aandacht aan vijandige virussen, zoals hiv en ebola. Deze zijn nagemaakt van glas.