Cultuur & boeken

Tobias Hills roman ”Dat het goed komt” laat je niet los

In 1948 lijkt het wel of in Londen de klok is teruggedraaid naar de negentiende eeuw, de tijd van Charles Dickens en Hesba Stretton.

dr. Hans Ester

30 September 2014 06:34Gewijzigd op 15 November 2020 13:14
Hill schrijft over de vergeefsheid van het leven van meerdere generaties in Engeland. Foto Flickr
Hill schrijft over de vergeefsheid van het leven van meerdere generaties in Engeland. Foto Flickr

Oorzaak zijn de Duitse bombardementen in de Tweede Wereld­oorlog, waaruit de stad zwaargehavend tevoorschijn is gekomen. Een paar jaar na de bevrijding lijkt de oorlog er nog altijd aanwezig te zijn. In deze tijd speelt de roman ”Dat het goed komt” van de Engelse auteur Tobias Hill (Londen, 1970) zich voor een belangrijk deel af.

De Colombia Buildings in de vanouds armoedige wijk East End staan in 1948 nog overeind, maar hebben toch een fikse klap gekregen van de Duitse bommen. Niettemin wonen er hele gezinnen, omdat ze elders geen dak boven het hoofd kunnen vinden.

De roman focust op drie gezinnen uit de Colombia Buildings. Het gaat om de Joodse horlogemaker Solly Lazarus, die met zijn vrouw Dora uit Danzig naar Engeland is gevlucht, om het Jamaicaanse gezin Malcolm, en om de Engelse Michael en Mary Lockhart en hun dochters Floss en Iris. De gezinnen voeren elke dag een harde strijd om aan eten te komen. De overheid probeert het beschikbare voedsel rechtvaardig te verdelen met een distributie­systeem en voedselbonnen. Wie een beetje handig is en het niet zo nauw neemt met het verschil tussen mijn en dijn opereert op de markten die tussen de platgebombardeerde huizen floreren. Het is voor de ouders een verschrikkelijk getob om hun kinderen te beschermen tegen allerlei gevaren in deze wereld, die weinig orde en veel hardheid kent.

Terwijl het echtpaar Lazarus het aardig lijkt te rooien met de reparaties van horloges, en Clarence Malcolm als bananenhandelaar een beetje begint te verdienen, blijft Michael Lockhart een sjacheraar die als heler in de criminaliteit belandt. Wanneer hij bij een gewelddadige overval op een handelaar in metalen dienstdoet als chauffeur, komt de politie hem op het spoor. In paniek rijdt hij in zijn auto het marktterrein af en botst tegen de zwangere Bernadette Malcolm. Zij overlijdt, maar haar kindje blijft in leven.

De roman doorloopt in het eerste gedeelte de seizoenen, die alle vier door hun ken­merken als kou, hitte, kilte, regen en sneeuw in een specifieke relatie tot deze sukkelende mensen staan. Het weer beslist over het bestaan van alledag.

In het gedeelte dat na 1968 speelt, verplaatst de verteller zijn zoeklicht van het ene personage naar het andere. De jaren die voorbij zijn gegaan, hebben grote gevolgen gehad voor de verhoudingen binnen de drie gezinnen en voor het beeld dat ze van elkaar hebben. De dood van de Jamaicaanse moeder Berna­dette Malcolm is niet vergeten. Michael Lockhart heeft zijn straf uitgezeten en verdient kapitalen met de handel in huizen en kantoren, maar die ene dag dringt zich altijd weer op. Het laatste gedeelte van de als een drieluik opgebouwde roman beschrijft de emoties in 1988 rondom de begrafenis van Michaels vrouw Mary.

Deze roman geeft niet alleen de ontwikkeling van drie gezinnen na 1948 weer. Het is ook een boek over de tragiek van het leven van verschillende generaties in Engeland wanneer geloof, trouw en vertrouwen futloos zijn geworden. Het duidelijkst komt dit tekort aan bezieling en idealen tot uitdrukking in de buitengewoon armoedige taal die deze mensen spreken. Je hoopt dat het goed komt, maar het komt niet goed. Het verval van de cultuur ligt besloten in de verpaupering van de taal. De manier waarop iemand (zijn vader?) de weesjongen Pond aftuigt, is een dieptepunt en een klap in het gezicht van de lezer. Wat overblijft van al het armoedige menselijke gedoe is harde taal. De ruwheid openbaart zich in het spreken over God en in de akelige woordenschat wanneer het om geslachtsgemeenschap gaat.

Deze roman laat je niet los, ook in de negativiteit wordt de lezer binnen­getrokken. Benauwend is dat de roman veel van de sfeer weergeeft die je anno 2014 in de arme wijken van Londen of Sheffield aantreft. Waar is de Hesba Stretton (auteur van ”Jessica’s eerste gebed”) van onze tijd?


Boekgegevens

Dat het goed komt, Tobias Hill; uitg. Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2014; ISBN 978 90 468 1630 1; 350 blz.; € 24,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer