„Eigenlijk staat hier een gevangenisstraf van vijftien jaar op”, zei de officier van justitie donderdag tegen de beide mannen. Maar omdat de twee nog vrij jong zijn en daardoor mogelijk niet hebben nagedacht over de gevolgen van hun actie, eiste ze een werkstraf van 180 uur wegens het in gevaar brengen van het spoorwegverkeer.

Volgens de twee waren ze in een baldadige bui na een avondje stappen met vrienden. Eenmaal bij het spoor beland, zou een van hun vrienden begonnen zijn met het vernielen en gooien van fietsen. Algauw deden de twee, onder invloed van drank, mee. Ook rolde iemand een vuilcontainer richting het spoor, waarna de rest hem een handje hielp. De politie betrapte de groep op heterdaad.

Volgens de jongens dachten ze op dat moment niet na over de mogelijke gevolgen voor het treinverkeer. „Het gebeurde gewoon”, zeiden ze donderdag tegen de rechter.

De rechter vond dit een slap excuus. Hij wees de jongemannen op verklaringen van andere jongens uit de groep, waaruit zou blijken dat de groep bewust naar het treinstation is gegaan om „herrie te schoppen.” Ook wees hij hen op een ongevallenanalyse waarin staat beschreven wat er had kunnen gebeuren als de fietsen niet waren weggehaald. Verder zou de jongen uit Emmen zelf bij de politie hebben verklaard dat hij het „wel gaaf” vond om fietsen te vernielen.

Ook de officier van justitie vond het handelen van de jongens onverantwoord. Volgens haar was hier geen sprake meer van kattenkwaad, maar van een ernstig misdrijf. Een fikse werkstraf vond ze dan ook meer dan terecht. De rechter sloot zich hierbij aan.