Binnenland

Nooit meer radiocontact met Bandung

Radiosignalen zullen er hoogstwaarschijnlijk nooit meer verzonden worden vanuit het imponerende zendgebouw midden op de Veluwe. Telecommunicatieconcern KPN droeg vrijdagmiddag het zendercomplex Radio Kootwijk bij Apeldoorn over aan de staat.

Jacob Hoekman
16 January 2004 07:50Gewijzigd op 14 November 2020 00:53
RADIO KOOTWIJK – De kathedraal, het oude zendgebouw in het radiocomplex Radio Kootwijk, is vrijdagmiddag verkocht. De Staat der Nederlanden is de nieuwe eigenaar. Foto Ruben Schipper
RADIO KOOTWIJK – De kathedraal, het oude zendgebouw in het radiocomplex Radio Kootwijk, is vrijdagmiddag verkocht. De Staat der Nederlanden is de nieuwe eigenaar. Foto Ruben Schipper

Voor de regionale geschiedschrijving betekende het een historisch moment. Tijdens de symbolische overdracht deed KPN vrijdagmiddag officieel afstand van het radiodorpje Radio Kootwijk, dat voornamelijk bestaat uit ruim 400 hectare natuur en enkele monumentale gebouwen. Het markantste daarvan is zonder twijfel de kathedraal, zoals het voormalige zendgebouw wordt genoemd. Het bouwwerk steekt als een betonnen, kerkachtige toren hoog boven de bomen uit. KPN leed al jaren grote verliezen op het leegstaande gebouw.

De nieuwe eigenaar van het complex is de Staat der Nederlanden, die een heel andere, waarschijnlijk culturele, invulling wil geven aan het gebouw. Mogelijk komt er een dependance van het nabijgelegen Kröller-Müller Museum in het monument.

Met de overdracht is er definitief een einde gekomen aan een roemruchte en tot de verbeelding sprekende zendgeschiedenis. Vanuit de stille en bosrijke Veluwe moest het contact met Nederlands-Indië onderhouden worden.

In 1918 begonnen 150 werknemers uit Amsterdam met het afgraven van het woeste natuurgebied, van waaruit handelsnatie Nederland haar contacten met de koloniën zou intensiveren. In 1923 was Radio Kootwijk klaar voor gebruik. Na vijf jaar waarin alleen boodschappen in morsecode konden worden doorgeseind, was het vanaf 1928 ook mogelijk om gesprekken te voeren tussen de Veluwe en de Malabarkloof bij Bandung in Nederlands-Indië.

Dat betekende een enorme verbetering van de onderlinge communicatie, zowel voor de staat als voor particulieren. Mensen met familie in de ”overzeesche gebiedsdeelen” mochten ook gebruikmaken van de radio. De voormalige PTT gaf destijds een boekje uit met herinneringen aan die eerste gesprekken, die vanuit Den Haag gevoerd werden. In het boekje, ”Hallo Bandoeng, hier Den Haag”, staan ooggetuigenverslagen van ”het wonder” die nu, na 75 jaar en in een digitaal tijdperk, soms onwezenlijk aandoen.

„Dan komt de stem, die je onmiddellijk herkent, de stem van den zoon, die 12.000 kilometer ver is, de stem die je zoo vele lange jaren niet hebt gehoord”, schrijft een vader over zijn belevenissen met de radiozender. „Drie minuten mocht het gesprek duren, maar de ambtenaren aan beide kanten, waarschijnlijk zelf schik hebbend in ’t geval, omdat het zoo goed gaat, geven wat toe. Maar eindelijk is dan ’t kontakt verbroken, de afstand hersteld. Weer scheiden de 12.000 kilometer je van elkaar, maar we hebben een wonder beleefd. Begrijpelijk is het dat velen, vooral de moeders die met in Indië verwijlende kinderen spreken, van aandoening haast geen woord kunnen uitbrengen. In dit kleine vertrek worden vele tranen van vreugde gestort.”

Toen de satelliet- en later de gsm-verbindingen terrein wonnen, werd het radiocomplex langzaam maar zeker overbodig. In de laatste jaren, tot 31 december 1998, werd de installatie nog slechts gebruikt als zendstation van Scheveningen Radio. In de jaren daarna voltrok zich een ingewikkeld juridisch steekspel tussen omwonenden van het complex en Delta Radio, die via de lange golf uitzendingen vanuit het complex wilde gaan verzorgen. De omwonenden werden in 2001 uiteindelijk in het gelijk gesteld.

De meer dan 400 hectare ongerept natuurgebied rond het complex is voorlopig in beheer bij Staatsbosbeheer en de provinciale dienst Landelijk Gebied. De toekomstige functie van de radiogebouwen moet recht doen aan het kwetsbare karakter van het omliggende gebied, zo zijn de betrokkenen overeengekomen. Maar nog steeds is niet bekend of de keuze uiteindelijk op het Kröller-Müller Museum valt, zegt woordvoerster M. Nijenhuis van de provincie Gelderland desgevraagd. „De moeilijkheid is dat de exploitatie van de kathedraal en de vijftien bijbehorende kleinere gebouwen wel rendabel moet zijn, maar dat de kwetsbare omringende natuur niet aangetast mag worden.” Volgens Nijenhuis zit er „geen deadline” op de termijn waarop de nieuwe invulling van het complex bekend moet zijn. „Maar we willen het wel zo snel mogelijk rond hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer