TU Apeldoorn biedt beginner Hebreeuws
Universiteiten in Nederland spelen in toenemende mate in op oudere mensen die weer willen gaan studeren. In de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Apeldoorn gaan in februari voor de derde keer cursussen bijbels Hebreeuws van start voor belangstellenden die niet aan deze universiteit staan ingeschreven.
„Al een paar jaar liepen we met de gedachte rond een cursus Hebreeuws voor belangstellenden aan te bieden”, zegt mevrouw dr. A. Drint. De cursussen hebben plaats onder haar verantwoordelijkheid. „Veel mensen willen in hun vrije tijd Hebreeuws leren. Dat is ingegeven door hun belangstelling voor de Bijbel. Er worden geen eisen gesteld aan de deelnemers, zoals kennis van Grieks en Latijn.”
De beginnerscursus en de vervolgcursus bestaan uit elf lessen van anderhalf uur en worden gegeven op vrijdagmiddag, met ingang van 13 februari 2004. De lessen zijn te volgen in een van de collegezalen van de universiteit.
Dr. Drint: „Ik denk dat de trend is dat met name oudere mensen weer gaan leren. Zij willen zich verder ontwikkelen en hebben daar tijd en geld voor. Jongeren zouden ook wel willen, maar je ziet dat die groep afhaakt in verband met werk- of tijdsdruk.”
De beginnerscursus is voor mensen zonder voorkennis van het Hebreeuws. De cursisten leren het Hebreeuwse schrift lezen en maken kennis met de beginselen van de grammatica aan de hand van korte zinnetjes uit de Hebreeuwse Bijbel. Zij verwerken de stof door het vertalen van zinnetjes.
Bij de vervolgcursus wordt uitgegaan van enige voorkennis van het Hebreeuws, bijvoorbeeld door het volgen van de beginnerscursus of het volgen van een basiscursus elders. Er wordt aandacht besteed aan verschillende soorten zinnen en zwakke werkwoorden. Daarnaast maken de cursisten een begin met het lezen van een gedeelte uit een Hebreeuwse tekst uit de Bijbel. De deelnemers hebben volgens dr. Drint over het algemeen een hbo-opleiding of een academische opleiding gevolgd.
Met de cursussen wil de universiteit in een behoefte voorzien en tegelijkertijd de kennis over de universiteit vergroten. De lessen worden daarom in het universiteitsgebouw gegeven. „In het gebouw lopen docenten en studenten. De cursisten kunnen de sfeer proeven.” De universiteit financiert de cursus echter niet.
Dr. Drint is er zeker van dat ten minste één groep van vijftien mensen in februari aan een cursus begint.
