Binnenland

Zeeuwen herontdekken de visserstrui

ARNEMUIDEN. De traditionele handgebreide Zeeuwse visserstrui maakt een comeback. Drie enthousiaste Zeeuwse vrouwen gingen op zoek naar de oorsprong van dat stoere wollen werkgoed en sloegen zelf aan het breien. Het resultaat is vanaf vandaag te zien op een expositie.

Jan Dirk van Scheyen
27 September 2014 19:38Gewijzigd op 15 November 2020 13:12
V.l.n.r. Stefanie Huibregtse, Jeanet Jaffari-Schroevers en Anja Geldof met een lappendeken op de tentoonstelling ”Visserstruien bij de vleet” in Arnemuiden. beeld Jan Dirk van Scheyen
V.l.n.r. Stefanie Huibregtse, Jeanet Jaffari-Schroevers en Anja Geldof met een lappendeken op de tentoonstelling ”Visserstruien bij de vleet” in Arnemuiden. beeld Jan Dirk van Scheyen

In de zaagloods van de historische scheepswerf Meerman in Arnemuiden hangen tientallen moderne visserstruien, die zijn gemaakt met oude breipatronen.

Alle Zeeuwse vissers droegen tot pakweg 1955 visserstruien. Die werden gemaakt van sajet, een goedkope, stugge wolsoort. Eind negentiende eeuw werd de wollen visserstrui in ons land geïntroduceerd door Zuiderzeevissers uit Urk, die de truien –in ruil voor tabak en jenever– meenamen uit Schotland, waar ze op haring visten.

Jeanet Jaffari-Schroevers, Anja Geldof en Stefanie Huibregtse zijn de drijvende krachten achter de tentoonstelling ”Truien bij de vleet”. Op zoek naar een project om de Arnemuidense identiteit in de schijnwerpers te plaatsen, stuitten de vrouwen op de authentieke Arnemuidense vissers­trui.

Het drietal ontdekte dat de visserstruien die destijds werden gebreid heel veel verschillende motieven hadden. De meest gebruikte breipatronen in Arne­muiden waren de slang, de kabel, het blokje en het vlaggetje, maar er bleken ook vaak patronen gecombineerd te worden. In alle vijftien vissersplaatsen die Zeeland eertijds rijk was, werd bij het breien naar hartenlust gevarieerd.

De drie vrouwen doken in archieven en spraken met ouderen die zelf nog originele vissers­truien hebben gebreid of gedragen. Zo kwamen ze erachter dat in Zeeland in elk geval 29 verschillende breipatronen voor de truien werden gebruikt. Jaffari-Schroevers: „En ik denk dat we er zeker nog meer gaan ontdekken.” Huibregtse: „Als je aan oude mensen hier vraagt of ze nog visserstruien hebben, is de eerste reactie vaak: „Die droegen ze hier niet.” Maar als je dan een oude foto laat zien van iemand in zo’n trui, roepen ze spontaan: „O, zoek je dát, dat oude werkgoed?””

Op de tentoonstelling zijn tientallen nieuwe truien te zien die de drie vrouwen samen met vijftien vrijwilligers (onder wie één man) hebben gebreid. Ze lieten zich daarbij inspireren door de veelzijdige vormen van de originele visserstruien. Op panelen met foto’s in de zaagloods wordt uitleg gegeven over de rijke geschiedenis van de Zeeuwse vissers­trui.

Speciale aandacht op de tentoonstelling is er voor de vissersvrouwen die de truien breiden. Huibregtse: „Niet alleen de vissers werkten dag en nacht, ook hun vrouwen hadden een hard leven; ze brachten de kinderen groot, deden het huishouden, verzorgden dikwijls nog een moestuintje, hielden een varken, leurden op straat met vis en vonden daarnaast nog de tijd om de truien voor hun mannen te breien.”

Geldof: „Van truien die niet meer werden gedragen, werden sokken gebreid, en als ze helemaal versleten waren, deden ze nog dienst als poetslap of dekzwabber. Daarom zijn er weinig originele exemplaren meer over, en dat is jammer.”

Geldof, Huibregtse en Jaffari-Schroevers zijn nog op zoek naar visserstruien uit onder meer Philippine.

De tentoonstelling ”Truien bij de vleet” loopt tot en met 1 november en is van dinsdag tot en met zaterdag tussen 13.00 en 17.00 uur te bezichtigen.



www.zeeuwsevisserstruien.blogspot.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer