Ongeveer 9 procent van de gemeenten lukt het niet de contracten rond te krijgen, omdat ze zeker willen zijn dat ze de goede afspraken maken voor hun inwoners. Dat zei voorzitter Annemarie Jorritsma van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en burgemeester van Almere vrijdag tegen het ANP.

„Om de zorg te garanderen, overtreden we misschien de wet.” Volgens die wet moeten gemeenten op 1 oktober alle contracten hebben getekend, omdat zij vanaf 1 januari de verantwoordelijkheid krijgen over de uitvoering van de Wmo. Lukt dat niet, dan overtreden ze dus feitelijk de wet.

Naast de 9 procent die de deadline niet haalt, waaronder Jorritsma’s eigen stad, zal 12 procent van de gemeenten op 1 oktober deels afspraken met zorgverleners hebben gemaakt. Volgens Jorritsma hoeft niemand bang te zijn dat ze geen zorg meer krijgen: „de afspraken zijn al gemaakt, de zorg wordt geleverd, die handtekeningen zijn puur administratief. In de meeste gemeenten verandert er voor inwoners voorlopig weinig.”

Er zijn in Nederland een kwart miljoen mensen die voor hulp via de Wmo in aanmerking komen. Het kabinet heeft 3,5 miljard euro uitgetrokken voor de overgang van de Wmo van het Rijk naar de gemeenten.

Jorritsma benadrukt dat als gemeenten 1 oktober niet halen, dat niks te maken heeft met onwil. Gemeenten werken volgens haar keihard om voor hun hulpbehoevende inwoners de beste hulp te krijgen en de beste afspraken te maken. „Onze prioriteit ligt bij de zorg voor onze inwoners, niet bij de continuïteit van de instellingen. Als er het komend jaar iets verandert voor mensen, dan ten goede. Je kunt tot veel slimmere oplossingen komen, die ook heel prettig kunnen zijn voor degenen die hulp nodig hebben.”