„Uniformverbod haalt lont uit kruitvat”
DEN HAAG. Niet reizen in uniform in het openbaar vervoer. Dat is nu het devies bij de krijgsmacht. De meeste militairen zijn begripvol, een enkeling mort.
„Ik kom niet uit de metro maar uit de parkeergarage”, lacht een hoge militair op de roltrappen boven parkeergarage Stadhuis en metrostation Spui in het centrum van Den Haag. Met grote stappen beent hij de Kalvermarkt over. De hal van het Plein Kalvermarkt Complex, achter het ministerie van Defensie, puilt uit van de bezoekers, vrijwel allen gekleed in burger. De uniformen zijn in de minderheid.
De militair, luitenant-kolonel bij de landmacht, gaat gekleed in het bekende legergroen. „Ik mag nog in uniform omdat ik in mijn eigen auto ben gekomen. Na een advies van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, Dick Schoof, heeft de legerleiding het reizen in uniform in het openbaar vervoer verboden. Voor wie niet met eigen vervoer reist, is het dus een bevel.”
De maatregel van Schoof heeft alles te maken met de videoboodschap van de Nederlandse jihadstrijder Muhajiri Shaam eerder deze week. In gebrekkig, maar duidelijk verstaanbaar Nederlands riep hij moslims op om „een stevige daad” tegen de Nederlandse overheid te verrichten. „Een uniform trekt aandacht, waardoor iemand kan denken: die persoon gaan we aanvallen”, verklaarde Schoof donderdag.
In de Tweede Kamer lopen de reacties op het verbod uiteen. „Verstandig.” En: „Niets op tegen als het de veiligheid van onze militairen bevordert”, vindt de ChristenUnie. Kritischer is de SGP. De partij wil de maatregel tijdelijk dulden. „Maar”, zegt Kamerlid Dijkgraaf, „als het laten verdwijnen van het uniform uit het openbare leven de norm wordt, zwichten we als Nederland voor terreur.”
Bij de SP roept het verbod vooral vragen op. Kamerlid Van Bommel vreest dat de maatregel de angst verhoogt bij burgers die met het openbaar vervoer reizen. „Ik heb zo’n uniformverbod nog nooit eerder meegemaakt. Het dreigingsniveau is bovendien niet recent verhoogd, de enige verandering is het kabinetsbesluit om F-16’s naar Irak te sturen.”
„Nederland kiest er bij een alarmdreiging meestal voor de lont even uit het kruitvat te halen”, nuanceert de luitenant-kolonel van de landmacht. Verboden zijn er volgens hem wel degelijk eerder geweest, bijvoorbeeld na de aanslag op de Twin Towers en tijdens de commotie over Fitna, de antimoslimfilm van Wilders.
„Als militair ben je kwetsbaar. Je staat met lege handen tegenover een extremist, gewapend met bijvoorbeeld een mes, die niet om zijn leven geeft”, zegt generaal Arie Vermeij uit Reeuwijk, die het verbod ter harte neemt.
„Je kunt militairen bewapenen, net zoals in Frankrijk of New York. Maar als wapens bij rellen in verkeerde handen vallen, ben je verder van huis”, meent een luchtmachtkolonel, ook onderweg in Den Haag.
Ronduit teleurgesteld in het verbod is een landmachtofficier, die zich in burger naar het ministerie spoedt. „In een tijd van dreigende aanslagen zorgt onze zichtbaarheid op straat juist voor rust. De enkele jihadist die iets wil, vindt vroeg of laat toch wel een slachtoffer. Bijvoorbeeld mij, als ik met mijn eigen auto bij het tankstation sta. Het is dat ik een tuchtmaatregel riskeer, anders hield ik mijn uniform aan.”