Opnieuw pcb’s in Belgisch veevoer
Bij het Belgische veevoederbedrijf Hanekop in Roeselare zijn opnieuw sporen van giftige pcb’s aangetroffen in veevoeder, dit keer in een staal varkensvoer. Het ministerie van Volksgezondheid in Brussel wilde vrijdag voorlopig geen verdere mededelingen doen. Minister Aelvoet geeft om 14.00 uur een persconferentie.
Volgens het betrokken bedrijf is helemaal geen sprake van een nieuw geval. De staal komt uit dezelfde partij varkensvoer waarvan al bekend is dat er pcb’s in zaten. De partij is uit de handel genomen en er is geen gevaar van een nieuwe besmetting, aldus een directeur van Hanekop.
Eind vorige week doken de eerste berichten op dat bij Hanekop, eerst in kippenvoer en later in varkensvoer, pcb’s waren ontdekt. Tot dusver zijn de tests op de varkens die het voer hebben gegeten, negatief. Maar de zaak ligt in België extra gevoelig. In 1999 leidde de dioxinecrisis tot het ontslag van twee ministers uit de regering-Dehaene, die daarop een zware verkiezingsnederlaag leed.
De jongste pcb-zaak heeft een Nederlands tintje. Hanekop heeft in november een partij van 29 ton dierlijk vet van het Nederlandse bedrijf NOBA uit Lijnden gekregen dat niet volgens de Belgische normen was gecontroleerd. NOBA had zelf de controle gedaan, in plaats van een erkend Belgische laboratorium.
Minister Aelvoet heeft de toezegging gekregen van minister Brinkhorst (Landbouw) dat de zaak verder wordt uitgezocht. Het Productschap Diervoeders zal de activiteiten van NOBA nagaan. Aelvoet heeft Belgische bedrijven aangedraden zolang geen vetten van NOBA te betrekken.