EU dobbert rond zonder kapitein
Het is net als met de conjunctuur: de Europese Unie verkeert in een dip en de vraag luidt of dit jaar een herstel zal optreden. De geschiedenis leert dat op beide terreinen fasen van bloei en van stagnatie elkaar afwisselen. Ook in de EU wordt een crisis vaak aangegrepen om van daaruit stappen voorwaarts te zetten. Dus hoeven we in ieder geval niet te wanhopen.We laten de economie verder buiten beschouwing, al lijkt er wel sprake van enige relatie tussen het een en het ander. De recessie roept bij de burger onzekerheid op en dat heeft zijn weerslag op diens vertrouwen in het verenigd Europa. Hij constateert dat Brussel er tot dusver niet in slaagt het toerental van de motor die de welvaart omhoogstuwt, weer op peil te brengen.
En hij heeft meer reden tot klagen, want de lidstaten hebben vorig jaar als het ging om eenheid en daadkracht diverse malen een brevet van onvermogen geëtaleerd. Over het militaire ingrijpen in Irak ontstond diepe verdeeldheid. Het geruzie over het stabiliteitspact betekende al evenzeer een aanslag op het aanzien en de geloofwaardigheid. En met het debacle van de mislukte onderhandelingen over een gemeenschappelijke grondwet bewees het samenwerkingsverband zichzelf nogmaals een slechte dienst.
Van hoe de bevolking het allemaal ervaart, zullen we een indruk krijgen als die in juni mag stemmen voor het Europees Parlement. Meer dan naar de uitslag, zal de aandacht daarbij waarschijnlijk uitgaan naar de opkomstpercentages. De vorige keer, in 1999, kwam in ons land slechts 29 procent van de kiesgerechtigden opdagen. Met zorg zien politici ernaar uit tot welke stand de populariteitsbarometer ditmaal reikt.
Ondertussen maakt Nederland zich op voor het voorzitterschap, dat het bekleedt vanaf 1 juli. Het belooft een zware klus te worden. Er wachten heikele onderwerpen als een nieuwe poging om het overleg over een grondwet af te ronden en een beslissing over het begin van de toetredingsbesprekingen met Turkije. Overigens is ook denkbaar dat besloten wordt de time-out in de intergouvernementele conferentie (igc) over het beoogde constitutioneel verdrag te verlengen tot 2005 of later.
Voorlopig zijn de Ieren aan de beurt. Zij nemen in de eerste helft van dit jaar de honneurs waar. De voornaamste opdracht voor premier Ahern lijkt de gemoederen te bedaren. En voorts kan hij op 1 mei de uitbreiding met tien lidstaten vieren. Maar daarbij is er naast de vreugde over de hereniging van het continent ook vrees over hoe de EU zal functioneren met straks 25 partijen aan tafel. De bikkelharde positie van Polen in de discussie over de stemverhoudingen stelt niet gerust.
De gebeurtenissen in 2003 wekken het beeld van een Unie die ronddobbert als een schip zonder kapitein en met af en toe muiterij onder de bemanningsleden. Er is dringend behoefte aan leiderschap. Maar wie meldt zich daarvoor?
Prodi heeft nooit een sterke indruk gemaakt; zijn ambtstermijn zit er trouwens bijna op. Een voorzitter als, in de voorbije zes maanden, de Italiaanse premier Berlusconi dwingt ook geen gezag af. Chirac en Schröder doen er alles aan om als roergangers te fungeren, maar hun stijl ontmoet meer weerzin dan enthousiasme. Wie weet, misschien beschikt Ahern of, later dit jaar, Balkenende over de stuurmanskunst om een succesvolle koers uit te zetten en de EU weer in rustig vaarwater op volle kracht vooruit te laten opstomen.