Inflatie in eurozone in januari omhoog
bedroeg de geldontwaarding nog 2,1 procent. Dit blijkt uit eerste ramingen van Eurostat, het EU-bureau voor de statistiek, van de geldontwaarding over de eerste maand na de introductie van de euro.
Eurostat zegt in een toelichting dat de hogere geldontwaarding niet noodzakelijkerwijs is toe te schrijven aan de komst van de euro. Ook factoren als belastingverhogingen per 1 januari, het uitstellen van de uitverkoopperiodes in sommige landen en de invloed van het koude weer op de prijzen van verse groenten en fruit, spelen een rol.
President Duisenberg van de Europese Centrale Bank (ECB) sloot vorige week in het Europees Parlement al niet uit dat de inflatie in het begin van dit jaar licht zou oplopen. Volgens Duisenberg zal ze in februari of maart echter zakken onder de 2 procent, de door de ECB nagetreefde plafondwaarde.
Eurostat heeft nog geen inflatiecijfers per lidstaat. Maar president Wellink van De Nederlandsche Bank zei eerder deze week voor Nederland rekening te houden met een toename van het prijspeil met 0,25 procent over januari. Wellink voegde er aan toe dat op langere termijn de geldontwaarding zal afnemen. „De euro zal door de concurrentie uiteindelijk leiden tot lagere prijzen.”
De Europese Commissie stelt in een terugblik op de invoering van de euro nogmaals vast dat die vrijwel vlekkeloos is verlopen en dat inmiddels vrijwel alle contante betalingen in euro’s plaatsvinden. Nederland is het enige land waarin de nationale munt helemaal is verdwenen. De gulden is sinds maandag geen wettig betaalmiddel meer. Formeel is de Duitse mark dat als sinds 1 januari niet meer, maar de winkels accepteren nog tot 28 februari marken.
Vanaf die datum zal de euro in alle twaalf lidstaten die de eenheidsmunt hebben ingevoerd het enige wettige betaalmiddel zijn. Inmiddels is al 60 procent van de bankbiljetten van de oude nationale munteenheden ingeleverd bij de nationale banken.