Werkgever worstelt met km-vergoeding
Werkgevers worstelen met de nieuwe onbelaste kilometervergoeding die het kabinet dit jaar heeft vastgesteld op 18 eurocent.
De nieuwe fiscale regeling voor reiskosten dreigt volgens MKB-Nederland tot hogere loonkosten en tot meer administratieve rompslomp te leiden. Bovendien dekt de vergoeding vaak niet de flink stijgende parkeerkosten.
„Wij horen van veel bedrijven dat ze hun personeelsleden die met hun eigen auto voor het werk moeten reizen een hogere kilometervergoeding willen geven dan die 18 eurocent. Heel begrijpelijk willen werkgevers hun werknemers compenseren voor gemaakte kosten, maar het is zeer onverstandig. Ze halen zich enorme administratieve lasten op hun hals”, waarschuwde secretaris fiscale zaken J. Warmerdam van MKB-Nederland woensdag.
De werkgeversorganisatie voor middelgrote en kleine ondernemers wijst erop dat de nieuwe onbelaste reiskostenvergoeding bedoeld was om de administratie voor werkgevers eenvoudiger te maken. „Als bedrijven besluiten meer dan 18 eurocent te vergoeden, maken ze het juist ingewikkelder dan het was. Ze moeten namelijk het onbelaste en het belaste deel van de vergoeding telkens narekenen”, stelt Warmerdam.
Volgens de MKB-secretaris kunnen werkgevers hun personeel beter via andere belastingvrije vergoedingsregelingen compenseren, als die 18 eurocent per kilometer onvoldoende blijkt. Daarbij denkt hij onder meer aan de representatieve kostenvergoeding; ook wel de algemene kostenvergoeding geheten.
Voor de stijgende parkeerkosten in veel steden zou het kabinet volgens Warmerdam een „onverkorte vergoedingsmogelijkheid” in het leven moeten roepen. „Er wordt nu van uitgegaan dat de parkeerkosten met die 18 eurocent per kilometer worden vergoed. Werknemers die bijvoorbeeld alleen in de Randstad rijden en veel in de stad hun auto kwijt moeten, maken echter te weinig kilometers om daarmee hun parkeerkosten vergoed te krijgen.”