Zorgen om kinderen uit Polen en Bulgarije
DEN HAAG (ANP). Er is reden tot bezorgheid over het welzijn van de 41.000 kinderen van immigranten uit landen als Polen, Bulgarije en Roemenië.
Geregeld pendelen naar het land van oorsprong, taalachterstanden, drankmisbruik, slechte woonomstandigheden en gebroken gezinnen (vooral onder Polen) vormen een bedreiging voor de opvoeding van de kinderen (0-18 jaar), stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een rapport dat dinsdag verschijnt.
In een oriënterend onderzoek naar deze groep nieuwe immigranten wijzen deskundigen op de aanpassingsproblemen van de jeugd. Zo worden jongeren veel aan hun lot overgelaten door lange werkdagen van hun ouders.
Verder vragen de deskundigen aandacht voor slechte huisvestingssituaties, zoals het leven op campings of in te kleine woningen. Al eerder werden vanuit de zorg, de politie en het onderwijs signalen geuit over aanpassingproblemen. Zo wordt gewezen op wegloopgedrag, schoolverzuim, tienerzwangerschappen en prostitutie. Deze jongeren zijn volgens deskundigen vatbaar voor ontsporing, mede door een slechte band met hun ouders.
De problemen doen zich voornamelijk voor in grote steden. In Nederland wonen volgens de bevolkingsregisters 24.000 Poolse kinderen. De aantallen Bulgaarse (4700) en Roemeense (4100) kinderen zijn veel kleiner. De omvang van deze drie groepen neemt echter toe door geboorten en nieuwe migratie.
De onderzoekers geven toe nog weinig zicht te hebben op de problemen onder Roemeense kinderen, die minder zichtbaar zijn dan de andere groepen. Jonge Poolse kinderen doen het in het basisonderwijs doorgaans goed, mede doordat hun ouders hoger opgeleid zijn. Onder Bulgaarse kinderen is een grotere leerachterstand en is het schoolverzuim groter.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het departement wil herhaling van de problematiek zoals die van Turkse en Marokkaanse kinderen voorkomen.