„Verlossingswerk Christus ontstijgt alle tradities”
VEENENDAAL. Het verlossingswerk van Christus is zo rijk en kent zo veel aspecten, dat een enkele traditie niet in staat is die volledig voor het voetlicht te brengen. Juist de ontmoetingen met christenen uit andere culturen kan tot verrassende ontdekkingen leiden. Dan blijkt dat Christus zo veel groter is dan de westerse traditie had voorgesteld.
Dat stelde dr. Benno van den Toren vrijdag op het minisymposium ter gelegenheid van het afscheid van dr. M. C. (Michael) Mulder als evangelisatieconsulent van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).
Dr. Mulder wordt universitair docent Nieuwe Testament aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). Ter gelegenheid van zijn afscheid organiseerde het deputaatschap evangelisatie van de CGK een bijeenkomst met als thema ”Interculturele ontmoetingen: barrière of bron voor geloof en spiritualiteit?”
Dr. Benno van der Toren, hoogleraar interculturele theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Groningen, zei dat hij met dr. Mulder vele gesprekken over het thema had gevoerd toen zij samen in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) waren. Als theologen uit de gereformeerde traditie worstelden zij met vragen als: „Hoe ver kun je gaan in de aanpassing aan een andere cultuur?”
Dr. Van den Toren wees op de brief aan Efeze, waar spanningen in de gemeente waren omdat gelovigen vanuit verschillende tradities elkaar ontmoetten. De Efezebrief is bedoeld om scheidingsmuren uit de weg te ruimen. De verschillende belevingswerelden in een christelijke gemeente hoeven volgens Van den Toren geen bron van conflict te zijn, maar moeten volgens de apostel Paulus positief worden geduid. Als Joden en heidenen samenkomen in een christelijke gemeente, leren zij gezamenlijk welke enorme rijkdommen er in Christus zijn. De Groninger hoogleraar citeerde in dit verband een opmerking van de bekende zendingshistoricus Andrew Walls, die dit samengaan van verschillende culturen in de christelijke gemeenten het ”Efezemoment” had genoemd.
Dr. Van den Toren wees op het multiculturele karakter van onze samenleving en zei dat in vele christelijke gemeenschappen zo’n ”Efezemoment” aanwezig is. De Bijbel laat op veel plaatsen zien hoe verschillende culturen en tradities in elkaar kunnen vloeien. De Verlosser wordt in het Nieuwe Testament niet zozeer met de Joodse benaming ”Messias” aangeduid, maar met ”Kurios” (Heer), wat aansluit bij de Griekse belevingswereld.
In de zending en evangelisatie zijn dergelijke aanpassingen, contextualisaties, nodig. Omdat identiteit in onze huidige cultuur zo belangrijk is geworden, kan die invalshoek volgens Van den Toren worden gebruikt, namelijk het geloof als nieuwe identiteit in Christus. Aanpassing is goed, maar wel zijn er grenzen. „Het gevaar bestaat dat Christus te veel in het eigen straatje wordt gepast”, aldus Van den Toren.
Vervolgens ging de Groninger hoogleraar in op de uitdagingen en problemen bij interculturele ontmoetingen. Hij wees op de zelfingenomenheid van westerse christen. Wie de westerse christelijke traditie superieur acht, komt nooit tot een luisterhouding. Het grote voorbeeld is Jezus Christus, Die het evenwicht bewaarde tussen een sterke overtuiging en de nederige houding in het benaderen van mensen. Vanuit eigen ervaringen in Afrika ontdekte Van den Toren dat het verlossingwerk van Christus meer aspecten in zich heeft dan wat de westerse traditie opleverde. In de Afrikaanse context is Christus als genezer en overwinnaar van boze machten belangrijk.
Na de lezing vertelde Marc Toureille, predikant van de église réformée-evangélique in Aix-en-Provence (Frankrijk), over zijn interculturele ontmoetingen met Nederlanders. Hij kende de gewoonte bij maaltijden uit de Bijbel te lezen niet, maar heeft die later overgenomen. Oud-zendingswerker Beppie Wessels-Schuurman vertelde hoe zij afhankelijkheid leerde van de Bosjesmannen in Botswana. Ds. Peter Roosendaal verwoordde tenslotte hoe hij als predikant functioneert in Nieuwe Pekela, „het armste dorp van Nederland.”