Opinie

Vergeet Assyrische christenen niet

Assyrische christenen zijn vergeten bondgenoten, aldus Kees Bloed.

Kees Bloed
19 September 2014 16:40Gewijzigd op 15 November 2020 13:01
Assyrische christenen. beeld AFP
Assyrische christenen. beeld AFP

Onlangs werd unaniem VN-resolutie 2170 aangenomen, waarin „grove, systematische en wijdverspreide schending” van de mensenrechten door de Islamitische Staat (IS) veroordeeld wordt. Door onder andere de moord op enkele journalisten zijn de gruwelijke praktijken van IS op ons aller netvlies gebrand.

Maar veroordeling is niet genoeg, aldus een internationale groep genocidewetenschappers in een open brief aan de VN-Veiligheidsraad van 26 augustus. Rapporten laten namelijk zien dat genocide en etnische zuivering dreigen vergelijkbaar met de crisis van 1994 in Rwanda. Het past ons niet, zegt de brief, om de dreiging van eenzelfde catastrofe te negeren.

Voor alle slachtoffergroepen moet daarom absolute veiligheid worden gewaarborgd, door middel van een zwaarbewapend leger en voldoende voedsel en water. Omdat slachtoffergroepen in het Midden-Oosten zo slecht te bereiken zijn, is het nodig om een ”safe area”, een veilige haven, in te richten. Westerse landen steunen dit voorstel echter niet.

Autonome provincie

Een belangrijke groep slacht­offers van IS zijn de christelijke minderheden. Deze Assyrische christenen in Irak en Syrië zijn naasten met wie we nauwer verbonden zijn dan we beseffen. De Assyrische kerk was in het eerste millennium de grootste ter wereld en een belangrijk drager van de toenmalige beschaving, aan wie we historisch gezien een flink deel van de Griekse erfenis te danken hebben.

Het is in dat licht overigens teleurstellend dat prof. dr. Erik Borgman en prof. dr. Machteld Jansen er in Trouw (8-8) niet goed de vinger op lijken te kunnen leggen waarom deze groep in het Midden-Oosten zou moeten blijven voortbestaan. Deze vooraanstaande theologen zijn kennelijk niet op de hoogte van de rijkdom die de Kerk van het Oosten in haar geschiedenis heeft opgebouwd.

Ook Assyrische kerkleiders in Irak kwamen tot de conclusie dat vluchten voor het geweld dat nu gepleegd wordt, schadelijk zou zijn voor de christelijke aanwezigheid in het Midden-Oosten. Er moet een keer komen in de vervolgingen en geweldplegingen die de christenen daar teisteren. Deze vervolgingen resulteerden bijna in een decimering van de 1,5 miljoen Assyrische christenen in Irak sinds 2003, volgens onderzoek door het ACE (Assyria Council of Europe). Ook volgens hen is de enige oplossing die nog kans van slagen heeft om de christelijke aanwezigheid op de bakermat van onze beschaving veilig te stellen, het nastreven van een defensieve, veilige haven in Noord-Irak.

Het idee van een autonome christelijke provincie in Irak bestaat al langer, maar nooit was de nood zo hoog dat een volledig uitsterven van de christelijke aanwezigheid in Syrië en Irak een reële bedreiging vormde. Men kon de plaatselijke onderdrukkers tot nu toe nog de andere wang toekeren, en als tweederangs­burger een redelijk bestaan nastreven onder islamitisch georiënteerd bewind. Nu echter de sjiieten in de minderheid raken en nauwelijks tegenwicht meer kunnen bieden tegen gewelddadige soennieten, is die kans verkeken.

Steun

Al in de jaren 70 schreef Albert Stol in zijn boek ”Nestorianen. De ondergang van een christenvolk” dat de voortdurende vervolgingen –vanaf de veertiende eeuw om precies te zijn– in hoge mate bedreigend zijn voor hun voort­bestaan. De reden dat Stol over hen schrijft, is dat hij in zijn tijd reeds geconfronteerd werd met een niet-aflatende stroom van Assyrische vluchtelingen in Beiroet.

Vaak denken we dat deze christenen tenminste met de Koerden nog wel door één deur kunnen. Maar in 1843 hebben ook deze Koerden een massaslachting onder de Assyrische christenen aangericht, waarna ze hun vijandig gezind bleven.

Is het gezien deze geschiedenis van verdrukking en geweld soms vreemd dat deze christenen nu besluiten om de wapens op te pakken om het laatste beetje christelijk leven in het Midden-Oosten te verdedigen? Is het raar dat zij onze steun daarvoor vragen?

Eerder bewapenden zij zich in 1915, toen een deel van hen, als enige volk in het Midden-Oosten, zich aansloot bij de geallieerden om mee te vechten voor ónze vrijheid. Hierover schreef dr. W. A. Wigram het boekje ”Our smallest Ally”, onze kleinste bondgenoot.

Maar het Westen zegt nee. Meeleven krijgen ze, maar steun? Het valt ook niet mee, volgens Midden-Oostendeskundige dr. Michael Rubin, om de Assyrische minderheden te mobiliseren, omdat zij momenteel in een identiteitsconflict zouden zitten. Alsof dat een rechtvaardiging zou zijn. Hij voorspelt hoe dan ook een ongelukkig einde voor hen.

De Assyrische christenen zijn dus inderdaad een vergeten bondgenoot, zelfs nu hun aan­wezigheid in het Midden-Oosten op sterven na dood is. We laten een krachtig christenvolk, met een eeuwenoude cultuur, verdwijnen. Is dat dan werkelijk wat we de Assyrische christenen in Irak terug­betalen voor hun aandeel aan het werelderfgoed en hun hulp toen ónze westerse beschaving bedreigd werd?

De auteur is theoloog en geeft lezingen over de Assyrische geschiedenis.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer