Kerk Midden-Oosten balanceert op slap koord
De moedige kerk in het Midden-Oosten wordt zwaar bedreigd, schrijven dr. Arjan Plaisier en mr. Arie van der Poel na een conferentie in Caïro.
Onlangs hield de Fellowship of Evangelical Churches in the Middle-East een conferentie in de Egyptische hoofdstad Caïro. Protestantse geestelijk leiders uit landen zoals Irak, Syrië, Libanon, de Palestijnse gebieden en Egypte troffen elkaar. De protestantse christenheid is een minderheid binnen de christenheid van het Midden-Oosten, die op haar beurt uiteraard weer een minderheid is binnen een moslimwereld. Zij bestaat uit onder meer presbyteriaanse, lutherse, anglicaanse en Aramese evangelische kerken. Wij waren uitgenodigd als afgevaardigden van de Protestantse Kerk in Nederland en de GZB (Gereformeerde Zendingsbond).
De directe aanleiding voor de conferentie was de veertigste verjaardag van de fellowship, maar die werd uiteraard geheel overschaduwd door de situatie in de regio. De impact van de terreur door IS (voorheen ISIS) hing voortdurend als een donkere wolk boven de conferentie. En daarbij was duidelijk dat IS een extreme uitwas is van een veel bredere dreiging.
Emigratie
Die dreiging houdt kort en goed de liquidatie van de christenheid in het Midden-Oosten in. We hadden het al eerder gehoord, maar ook nu was het weer confronterend om van je broeders en zusters te horen hoe ernstig de situatie is. Twintig eeuwen christelijke presentie, in de wereld waar het allemaal begonnen is, zou zomaar, in onze tijd, ten grave gedragen kunnen worden. Een conferentie met op de achtergrond deze dreiging is heel wat anders dan ergens in Nederland eens een interessant onderwerp met elkaar bespreken.
Niet elke christen blijft in het Midden-Oosten. De emigratie van christenen is al langer aan de gang. Mensen ontvluchten een leven als tweederangsburger, een leven in de marge of zelfs in de schaduw, en zoeken een beter leven in de vrije wereld, voor hen en hun kinderen. Die emigratie is er de afgelopen jaren niet minder op geworden. Dat baarde de kerkelijke leiders zorgen. Tegelijk was het hun vaste voornemen om als herders, samen met de schapen die aan hun hoede zijn toevertrouwd, te blijven in het land waar God hen heeft geplaatst. Ontroerend en indrukwekkend tegelijk.
Waarover spraken zij? Over burgerschap bijvoorbeeld. Dat deden ze met een aantal vooraanstaande moslimgeleerden. Zij wilden van hen horen of in hun visie op burgerschap christenen en andere minderheden een gelijkwaardige plaats hebben. Ja, was het volmondige antwoord. Oosterse christenen maken integraal deel uit van de samenleving en mogen absoluut niet worden gezien als indringers of als voorposten van het Westen.
Dat was mooi. Maar wat zijn woorden waard, zo wilden de conferentiegangers weten. Er moeten stappen genomen worden in het onderwijs, de cultuur en de media, om daar de gematigde opvatting van de islam, waarin christenen en moslims gelijke burgerrechten hebben, te laten doordringen. Overheden zullen moeten letten op de verkondiging in moskeeën en maatregelen treffen wanneer die rechten worden bestreden of ontkend. En boven alles zal elke staat in het Midden-Oosten een rechtsstaat moeten zijn waarin de wetten ook werkelijk van kracht zijn.
Balanceren
Protestantse christenen van hun kant hebben aan dit burgerschap altijd actief vormgegeven. Ze hebben het nationale bewustzijn van hun naties gesteund. Ze hebben met en voor hun moslimburen geleefd, bijvoorbeeld met de opbouw van een kwalitatief goed netwerk van scholen, ziekenhuizen en centra voor hulpverlening. Deze faciliteiten kwamen ook ten goede aan landgenoten buiten de eigen gemeenschappen.
Ze kunnen bovendien een matigende invloed hebben, waar veel moslims intussen ook sterk naar verlangen. De uittocht van christenen zou ook wat dit betreft een groot verlies betekenen voor de samenleving. Ook nu er veel nood en dood is in de regio, vinden christenen dat hulpverlening er moet zijn voor allen en niet alleen voor christenen. Wij merkten hoe groot het commitment was om vreedzaam samen te leven met een religieuze meerderheid en met andere minderheden.
Tegelijk werd ons in de wandelgangen wel toevertrouwd hoe anders de islam er vaak uitziet bij lokale leiders en burgers. Wie weet van bedreiging, moord en doodslag zal zijn eigen gedachten hebben bij mooie woorden en mooie gebaren en zich afvragen wat daarvan in de praktijk zichtbaar zal worden.
Op de een of andere manier leek het in de conferentie balanceren op het slappe koord: weten in de hoek te zitten waar de klappen vallen en toch woorden van hoop en verwachting spreken. Christen-zijn in het Midden-Oosten is leven tussen hoop en vrees. Soms lijkt de situatie onhoudbaar, zoals nu in Noord-Irak. Maar toch is er ook hoop. Hoop op God, Die alleen redden kan.
Gebed
Wat kunnen wij voor hen betekenen, als broeders en zusters in Nederland? Allereerst kunnen we aanhoudend bidden: zowel in de gemeente als in de binnenkamer. En meeleven, zodat ze ervaren niet door ons vergeten te worden. Ruimhartig geven. Spreken, ook tot het hart en het geweten van allen die verantwoordelijkheid dragen in deze wereld. Wij willen toch niet geleefd hebben in die periode van de geschiedenis waarin een einde werd gemaakt aan de presentie van de kerk in haar eigen bakermat?
De auteurs zijn respectievelijk scriba van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland en regiocoördinator voor het Midden-Oosten van de GZB.