Watersport niet onveiliger ondanks stijging aantal ongevallen
Twee dodelijke slachtoffers, minstens één zwaargewonde. Een trieste balans, zo tegen het eind van het watersportseizoen. De politie houdt een oogje in het zeil. Op rivieren, plassen en meren. „De veiligheid op het water neemt niet af.”
Een fors aangeschoten bestuurder van een snelle speedboot ramt op de Vinkeveense Plassen een sloep. Resultaat: twee doden. Een vader met twee jongens op een band achter zijn boot maakt op de Friese wateren een inschattingsfout. Resultaat: een zwaargewonde. Varen is niet zonder risico.
Watersport is populair. Nederland telt zo’n 520.000 kajuitboten, zeiljachten en speedboten en 1,5 miljoen watersporters. Recent onderzoek van brancheorganisatie Hiswa laat zien dat, na jaren van groei, het aantal recreatievaartuigen zich iets lijkt te stabiliseren, mede door de economische crisis.
Het aantal ongevallen in de recreatievaart laat de afgelopen negen jaar een gestage stijging zien. Deden zich in 2004 nog 198 incidenten voor, vorig jaar lag dit aantal op 525. Het aantal ernstige ongevallen is in tien jaar ongeveer verdubbeld: van 31 in 2004 naar 63 in 2013. Het aantal dodelijke en/of zwaargewonde slachtoffers verschilt daarbij sterk per jaar. Van nul in 2010 tot maar liefst negen in 2013.
Snelle motorboten en of snelvarende motorjachten blijken de grootste veroorzakers van fatale aanvaringen. Tussen 2004 en 2012 waren 138 speedboten en 796 motorjachten betrokken bij een ongeluk op het water. Daarbij vielen in acht jaar tijd 14 doden en 42 zwaargewonden.
De belangrijkste oorzaken van onveilige situaties op het water zijn volgens de watersporters zelf het ”niet kennen van de vaarregels”, ”houding en gedrag” en ”te hard varen”, zo blijkt uit een recent Gebruikerstevredenheidsonderzoek Recreatievaart van Rijkswaterstaat.
In de SOS-database komt ”bedieningsfout/onoplettendheid” als meest voorkomende oorzaak van maritieme incidenten bovendrijven. Ook materiaalfouten, bijvoorbeeld een gebroken roer, het niet goed functioneren van de motor of de gasbrandinstallatie, zijn belangrijke oorzaken.
Onveiligheid
Ondanks de recente trieste ongevallen neemt de veiligheid op het water niet af, stellen politiewoordvoerder Ed Kraszewski uit Driebergen en woordvoerder Yvonne Doorduyn van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I en M). Ook vorig jaar waren dodelijke slachtoffers op het water te betreuren. „Je moet elk ongeval op z’n merites beoordelen. Vaak spelen menselijke fouten een grote rol”, aldus Kraszewski.
„De toename is te danken aan een betere registratie en een toename van het aantal recreatievaartuigen”, verklaart woordvoerder Fabian Paardekooper van Rijkswaterstaat, verantwoordelijk voor de registratie van scheepsongevallen. Rijkswaterstaat heeft de achterliggende jaren het registratieproces sterk verbeterd. Werden voorheen alleen binnenvaartongevallen geregistreerd, de dienst legt tegenwoordig ook ongelukken in de recreatievaart vast. Bovendien inventariseert Rijkswaterstaat nu ook eenzijdige aanvaringen en ongevallen met zeiljachten.
De waterpolitie, sinds de vorming van de nationale politie mét de spoorweg- en luchtvaartpolitie opgegaan in een nieuwe landelijke eenheid infrastructuur, houdt een oogje in het zeil op het water. „Wij richten ons vooral op de binnenvaart op de grote rivieren, de doorgaande waterwegen”, legt Kraszewski uit. De verschillende politiekorpsen in het land focussen zich vooral op de plassen en meren in hun regio.
In het vaarwater
De recreatievaart en de beroepsvaart zitten elkaar soms danig in het vaarwater. De ene keer krijgt een binnenvaartschipper ineens een jachtje voor z’n boeg, dan weer lopen de wachttijden bij sluizen soms flink op. De fricties doen zich vooral voor in het hoogseizoen, van pakweg mei tot en met september, als recreanten het ruime sop kiezen.
Het aantal ernstige aanvaringen tussen beide groepen vaarweggebruikers neemt, na een aanvankelijke stijging, de laatste jaren weer af. In de periode 2004-2013 heeft Rijkswaterstaat 574 scheepsongevallen tussen binnenvaart en watersport geregistreerd, waarvan 98 ernstig. Er vielen zeventien doden en achttien zwaargewonden.
Rijkswaterstaat, de havenbedrijven in Amsterdam, Rotterdam en Groningen, de brancheorganisaties Hiswa en Schuttevaer, de ANWB en de Stichting Recreatietoervaart Nederland nemen maatregelen om de veiligheid op het water te verbeteren. Bijvoorbeeld via ”Varen Doe Je Samen”.
Doel van dit project is recreanten zo effectief en slim mogelijk te voorzien van actuele informatie over regels, vaarroutes en onderhoud op vaarwegen. De betrokken partijen hebben onlangs afgesproken het project de komende vijf jaar –2015 tot 2020– voort te zetten.
Voor politie, marechaussee, douane, inspectiediensten en havenbedrijven is toezicht en handhaving in de recreatievaart dit jaar een speerpunt. De toezichthouders op het water kunnen sinds anderhalf jaar de vaarbevoegdheid van watersporters intrekken bij overtreding van het alcoholverbod en bij een ernstige overtreding van verkeersvoorschriften.
Behalve voorlichting en handhaving vindt op sommige trajecten ook een scheiding tussen beroeps- en recreatievaart plaats. „De mogelijkheden van de overheid om de veiligheid op het water te beheersen, zijn verder beperkt”, aldus Paardekooper van Rijkswaterstaat.
Vaarbewijs
De veiligheid op het water staat onder druk door de ‘nieuwe’ watersporter, recreanten met waterscooters en snelle speedboten. „De aanschaf van een jetski is vaak een impulsaankoop. Zo’n recreant wil stunten, stoer doen, gezien worden”, aldus Kraszewski. Met alle gevolgen van dien. „De etiquette van de ‘gewone’ watersporter ontbreekt meer dan eens.”
Elke recreant mag in Nederland het water op. Voor jachten, speedboten en waterscooters die sneller dan 20 km/uur varen en vaartuigen die langer zijn dan 15 meter is alleen een klein vaarbewijs verplicht. Merkwaardig genoeg kent dit vaarbewijs alleen een theoretische opzet. Elke vorm van praktijk ontbreekt. Een cursist met een snelle speedboot krijgt bijvoorbeeld niet te horen dat hij een snoer, gekoppeld aan een dodemansknop, aan zijn lichaam moet bevestigen.
De politie heeft er „niets op tegen” als het vaarbewijs wordt uitgebreid met praktische examenonderdelen, maar pleit ook niet voor invoering. „Wij laten dat aan Rijkswaterstaat over.” Kraszewski is allang blij áls een watersporter over een vaarbewijs beschikt. „Mensen krijgen tijdens de lessen toch veel kennis aangereikt. Je mag hopen dat ze die in praktijk omzetten.”
Het ministerie vindt dat het huidige vaarbewijs gewoon voldoet. „Recreanten kunnen niet gemakkelijk het water op met een snelle motorboot”, legt woordvoerder Doorduyn uit. Ze wijst op de verplichting een vaarbevoegdheid te halen voor boten die sneller dan 20 km/per uur varen.
„Bovendien is het halen van een vaarbewijs geen sinecure, gezien de slagingspercentages van pakweg 60 procent.” Het ministerie ziet daarom geen reden voor invoering van een praktijkexamen. „De overheid wil burgers niet belasten met nieuwe verplichtingen zonder dat de noodzaak daarvan is aangetoond.” Verder volgen veel watersporters, aldus Doorduyn, zelf cursussen of halen een vaarbewijs zonder dat dit strikt noodzakelijk is.
Geen garantie
Politiewoordvoerder Kraszewski benadrukt dat een vaarbewijs niet per se veilig vaargedrag oplevert. „Op de weg geldt dat voor een rijbewijs ook niet.” Hij verwijst naar een ongeval met twee dodelijke slachtoffers op de Waal bij Nijmegen vorig jaar. „De binnenvaart riep direct om verplichte invoering van vaarbewijzen voor alle recreanten. Later bleek dat beide slachtoffers over een vaarbevoegdheid beschikten. Een vaarbewijs is nog geen garantie voor veilig gedrag.”
Boekje te buiten in Rotterdam
Bestuurders van pleziervaartuigen gaan soms massaal hun boekje te buiten. Bijvoorbeeld in de haven van Rotterdam.
Een derde van de zeil- en motorjachten die de haven van Rotterdam aandoen, houdt zich onvoldoende aan de regelgeving, stelt woordvoerder Tie Schellekens van het Havenbedrijf Rotterdam. „Het gaat met name om niet genoeg stuurboord houden op de rivier en het ongeoorloofd binnenvaren van havenbekkens. Voor de recreatievaart is dat verboden terrein.”
Het Havenbedrijf heeft het afgelopen jaar extra aandacht besteed aan het vaargedrag van pleziervaartuigen in Rotterdam, waarbij in totaal pakweg 150 inspecties zijn uitgevoerd. Daarbij werden 12 processen-verbaal uitgeschreven en 47 waarschuwingen gegeven. Aanvaringen hebben zich voor zover bekend niet voorgedaan.
„Pleziervaarders moeten zich beter voorbereiden op het varen in een druk gebied als de Rotterdamse haven”, verklaart Schellekens. Toezichthouders constateren regelmatig dat schippers zich vergissen op drukke kruispunten, verboden bekkens invaren en te weinig rekening houden met passerende zeeschepen.