Dochter van een dominee mag delen in roeping
Mijn vader is predikant, en ik wil hem volgen en steunen in zijn roeping, reageert een domineesdochter.
Mijn vader is een wijze man. Hoewel zijn werkkring hem onophoudelijk bezighoudt, kritiek hem om de oren vliegt en familieaangelegenheden altijd onder voorbehoud moeten worden gepland, blijft hij wie hij is: een rustige, levenswijze man. Mijn vader is predikant.
In RD 13-9 slaakt een domineesdochter haar noodkreet. Zij is haar vader kwijt aan het ambt van predikant. Als collega-predikantsdochter zou ik graag enkele punten ter overweging willen aanvoeren die het geschetste beeld wat nuanceren.
Als eerste: een dominee is een mens. Dat betekent dat hij zijn ‘werk’ op een bepaalde manier doet. Hij doet het zoals hij is. Een ongestructureerde man is een ongestructureerde dominee. Een gevoelige man is een gevoelige dominee. Een perfectionistische man is een perfectionistische dominee. Ongeacht zijn werkkring zou hij die persoonlijkheidskenmerken meenemen. Als je ervaart dat je je vader kwijt bent aan zijn ‘baan’ als predikant, zou je hem waarschijnlijk net zo goed kwijt zijn aan zijn baan als docent of hospicemedewerker.
Als dochter kun je je vader daarop aanspreken. „Pa, hebt u wel echt aandacht voor mij?” En als hij dan aanvoert dat de gemeente zo’n beslag op hem legt, is het hoog tijd om hem er eens op te wijzen dat hij als persoon ook zijn taken als vader heeft te vervullen. Waarschijnlijk mankeert er iets aan zijn werkhouding en brengt hij onvoldoende balans aan tussen werk en gezin, welk werk dat dan ook is.
Als tweede: bepaalde beroepen brengen bepaalde verantwoordelijkheden met zich mee. Een arts maakt veel uren en heeft in het weekend dienst, een volksvertegenwoordiger woont doordeweeks in Den Haag en moet in het weekend soms zomaar opdraven, de directeur van een bedrijf kan het zich niet veroorloven lange tijd onbereikbaar te zijn. Noodgevallen vragen hun aanwezigheid. Het ambt van predikant brengt dit ook met zich mee. Als herder moet je beschikbaar zijn voor je gemeenteleden. Dat is geen last, maar is onlosmakelijk verbonden met het ambt. Daarbij denk je toch niet in uren maar in verantwoordelijkheden?
En dan kom ik bij het derde punt, misschien wel het cruciale. Een dominee is een mens, maar wel met een speciale opdracht. Simson was een gewone man, maar hij was door God aangewezen om Nazireeër te zijn. Johannes de Doper was de wegbereider voor Christus; in zijn leven cijferde hij zichzelf weg omwille van Zijn Meester. De discipelen lieten alles achter en volgden Jezus. Ik denk dat het de moeders van Simson en Johannes de Doper best wat moeite heeft gekost om alle voorschriften voor het Nazireeërschap te handhaven. Om maar te zwijgen van de vrouwen en kinderen van de twaalf discipelen die hun man en vader meer niet dan wel zagen.
Het feit dat de Heere iemand speciaal roept in Zijn dienst heeft gevolgen voor zijn privéomstandigheden, en dan met name voor zijn vrouw. Zij deelt volledig in de roeping van haar man. Als ze dat niet kan accepteren, zal ze hem een sta-in-de-weg zijn. Ze kan er dan immers niet mee leven dat de gemeente steeds een beroep op haar man doet. Het kan niet missen, of ze geeft dat door aan haar kinderen. De gemeente wordt dan een bedreiging in plaats van een Goddelijke opdracht.
Mijn moeder heeft zichzelf altijd weggecijferd omwille van het ambt van mijn vader. Zij heeft overgenomen wat hij niet kon doen in het gezin. Ik heb dan ook nooit ervaren dat mijn vaders ambt een last of bedreiging zou zijn.
Integendeel zelfs. Ik heb door de jaren heen mogen zien hoe een predikant bijzondere zegeningen van de Heere ontvangt. Ik zag hem thuis zitten op zondagmiddag, zó vermoeid dat hij telkens wegdommelde. Maar ik zag hem ook diezelfde avond met volle overtuiging op de kansel het Woord Gods verkondigen.
Ik denk dat het cruciaal is dat een dominee erop toeziet (gesteund door zijn kerkenraad) dat hij een balans houdt tussen ‘werk’ en gezin. Maar tegelijk denk ik dat het nog belangrijker is dat de vrouw en de kinderen van een predikant hun man en vader volgen en steunen in zijn roeping. Om samen te dienen, lief te hebben en zichzelf wegcijferen. Want een dominee is een dienaar van Christus, waarbij hijzelf niet belangrijk is, maar zijn Meester wel. Als geen ander geeft een predikant het voorbeeld van de navolging van Christus.
Mijn vader is predikant. En ik geloof dat ik daar als dochter heel dankbaar voor mag zijn.
De auteur is dochter van een predikant uit de gereformeerde gezindte. Haar naam en adres zijn bij de redactie bekend.