De bezinningsbijeenkomst in Woudenberg, die was belegd door de werkgroep onderwijs van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland, had als thema ”Identiteit en onderwijskwaliteit”.

„Wat is kwaliteit?” vroeg de lector zich af. „Iedere school streeft toch naar kwaliteit? De school wil leerlingen goed gedrag en goed burgerschap leren. Leerlingen moeten tot zelfontplooiing komen. Al deze elementen moeten in een bepaald evenwicht zijn.”

Het hedendaagse streven naar excellentie kan de identiteit in gevaar brengen, aldus de lector. „Zeker wanneer in de persoons­ontwikkeling de godsdienstige ontwikkeling weinig aandacht krijgt, een killer voor het christelijk onderwijs.”

Meten

Meten is weten. Kwaliteit moet tegenwoordig meetbaar zijn. Die trend voert in menig onderwijsinstituut de boventoon. Daar kun je als school immers je beleid op afstemmen.

De onderwijsinspectie legt veel nadruk op onderwijsresultaten. Dr. De Muynck noemt dat een zorgelijke ontwikkeling. „Wij zeggen tegen de inspectie dat wij ook kijken naar andere aspecten. In de godsdienstige opvoeding moeten wij niet gaan meten.” De kwaliteit in het Koninkrijk van God is van een andere orde dan wij doorgaans in ons hoofd hebben. „De kwaliteitszaak van deze wereld is daarom niet gelijk te schakelen met de taal van het Koninkrijk. Het tegenstrijdige is echter dat de christelijke school moet streven naar een kwaliteit die niet in kwaliteitstermen te vatten is. Daarom is het gebed om de Heilige Geest nodig.”

Ouders

De betrokkenheid van ouders bij de school is voor de lector een van de sleutelfactoren. Ouders mogen best „een kritische vriend” voor de school zijn. Maar de school moet geen hulp voor de ouders zijn. „In de praktijk is goed communiceren van groot belang. De kern van de kwaliteit in de opvoeding en in het christelijk onderwijs is de liefde. Die liefde moet het onderwijs helemaal doorstralen.”

Dat gaat tegen de tijdgeest in. „De tijdgeest moeten we niet aanvaarden. Hij is ook niet te keren. Je moet een eigen positie bepalen. Probeer het dus niet op dezelfde manier te doen als de openbare school het doet.”

Ds. G. van Goch, hervormd predikant te Scherpenzeel, ging in zijn workshop in op de vraag welke plaats de school heeft in de kerk. „Komt de school ter sprak in uw kerkenraadsvergadering?” zo vroeg hij. „Naast de betrokkenheid van ouders is kerkelijke betrokkenheid een van de belangrijke pijlers voor de kwaliteit van het onderwijs.”