Failliet BCCI klaagt Bank of England aan
De Britse centrale bank is dinsdag voor het eerst in haar 300-jarige geschiedenis voor de rechter verschenen om zichzelf te verdedigen.
De curatoren van de failliete Bank of Credit and Commerce International (BCCI) proberen de bank in een complexe zaak te veroordelen voor machtsmisbruik.
BCCI ging in 1991 failliet met een schuldenlast van circa 8 miljard euro. De curatoren eisen nu ten minste 850 miljoen pond sterling (1,23 miljard euro) van de Bank of England, omdat te weinig toezicht zou zijn gehouden op BCCI. Voor nalatigheid kan de centrale bank niet worden veroordeeld. Daarom hebben de aanklagers gekozen voor de zware beschuldiging van machtsmisbruik.
Het proces gaat waarschijnlijk meer dan een jaar duren. Verscheidene getuigen zullen de komende maanden worden gehoord, onder wie de voormalige Britse centralebankpresident Sir Edward George. De aanklagers zullen zich vooral storten op interne documenten van de Bank of England. Mocht de rechtbank een schadevergoeding toewijzen, dan gaat die naar de meer dan 6000 gedupeerde rekeninghouders van BCCI.
BCCI was in 1972 opgezet door een groep Pakistani. Officieel hield de bank kantoor in Luxemburg, maar de belangrijkste activiteiten waren in Londen. Het kantoor van BCCI in Londen was zelfs om de hoek van dat van de Bank of England aan Threadneedle Street.
Het faillissement veroorzaakte een grote schok in de Britse financiële wereld. BCCI bleek op grote schaal te hebben gefraudeerd om de schulden te verbergen die niet konden worden terugbetaald, nog ver voor recente schandalen zoals bij Enron en Parmalat.