Tot 700 doden door migrantendrama’s op zee
TRIPOLI (ANP). Twee schipbreuken voor de kust van Libië hebben het leven geëist van mogelijk 700 migranten. Een schip met 500 mensen aan boord is vermoedelijk woensdag met opzet tot zinken gebracht door mensensmokkelaars. Dat heeft de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) maandag laten weten, na gesprekken met overlevenden.
Een ander schip is volgens de IOM zondagavond gezonken met ongeveer 200 mensen aan boord. Nog geen 40 mensen werden gered, de rest is waarschijnlijk dood, volgens de Libische marine.
Op het schip waarvan mogelijk 500 opvarenden de dood hebben gevonden, zaten vooral Syriërs, Palestijnen, Egyptenaren en Sudanezen, liet de IOM weten. Het schip zou meer dan een week geleden zijn vertrokken uit de haven van Damietta in Egypte. Aan boord waren veel gezinnen met kinderen en ook minderjarigen die alleen onderweg waren. De IOM baseert zich op wat twee Palestijnen hebben verteld.
Volgens de twee hebben mensensmokkelaars het schip vanaf een andere boot tot zinken gebracht, nadat de vluchtelingen hadden geweigerd in volle zee op een ander vaartuig over te stappen. Een van de Palestijnen overleefde door zich met een groep mensen vast te klampen aan een reddingsboei. Naast hem lag een Egyptische jongetje in het water dat alleen onderweg was.
De jongen vertelde de Egyptenaar dat hij er alleen op was uitgetrokken om geld te verdienen om naar huis te sturen. Daar heeft zijn ernstig zieke vader dringend geld nodig voor de behandeling van zijn hartkwaal. Op een gegeven moment raakten de krachten van het jongetje op en liet hij de reddingsboei los.
Als het bericht klopt, is het de grootste ramp met vluchtelingen in de Middellandse Zee van de laatste jaren. Bij een soortgelijke schipbreuk kwamen in oktober vorig jaar bij het Italiaanse eilandje Lampedusa meer dan 300 vluchtelingen om.
Volgens de IOM gaat het om een „bijzonder ernstige gebeurtenis, omdat het niet om een ongeluk gaat, maar om een massamoord, gepleegd door criminelen zonder scrupules die geen enkel respect voor mensenlevens hebben”.