Kabinet stelt irreële spaartaks ter discussie
DEN HAAG. Het kabinet lijkt voorzichtig voor te sorteren op een hervorming van de vermogensbelasting.
In een brief over de toekomst van het belastingstelsel, die staatssecretaris Wiebes (Financiën) dinsdag presenteert, staat dat het kabinet een andere berekening van de vermogensrendementheffing wil onderzoeken, zo meldden Haagse bronnen aan De Telegraaf.
De fiscus gaat bij het bepalen van de vermogensbelasting nu nog uit van een rendement van 4 procent, waarover 30 procent belasting betaald moet worden. Spaarders betalen daarmee 1,2 procent belasting over spaargeld dat uitkomt boven de heffingsvrije grens van 21.139 euro (42.278 voor paren). Omdat de spaarrente bij bijvoorbeeld Rabobank is gedaald tot circa 1,1 procent, en de inflatie momenteel zo’n 1 procent bedraagt, leveren spaarders zo feitelijk in.
Omdat het feitelijke rendement voor spaarders al lange tijd fors achterblijft bij het fictieve rendement, stelde de commissie-Dijkhuizen vorig jaar al voor om de belasting te wijzigen, door het forfaitaire rendement te koppelen aan de gemiddelde spaarrente.
Het kabinet zou ook willen kijken naar een efficiëntere manier voor de uitbetaling van de kinderopvangtoeslag. Voor ouders die zonder werk komen te zitten, zou het kabinet die toeslag ook langer (zes maanden in plaats van drie) door willen laten lopen, om de zoektocht naar werk te stimuleren.