Binnenland

Kamerdelegatie verdeeld heen en terug

Christenen worden er achtergesteld, vrouwen idem dito en de regering geeft miljarden uit aan bewapening. Moeten wij met zo’n land nauwe banden aangaan? Een kamerdelegatie ging vorige week verdeeld naar Pakistan en kwam dinsdag verdeeld terug.

Jan van Klinken
14 January 2004 10:11Gewijzigd op 14 November 2020 00:52

CDA-kamerlid Ormel hoeft niet lang na te denken over de vraag of ons land nauwe betrekkingen met Pakistan moet onderhouden. Samen met drie andere kamerleden en een europarlementariër bracht hij op uitnodiging van Kerkinactie en ontwikkelingsorganisatie ICCO een bezoek van een week aan dit land en aan Afghanistan.

„Dat land ligt in puin”, zegt hij over de situatie in Afghanistan. De beelden van de verwoestingen staan scherp op zijn netvlies. „En dan te bedenken dat wij alleen de regio Kabul hebben bezocht. Daarbuiten is het te gevaarlijk.”

Ook politiek gezien is de situatie dramatisch. „Als er niet op korte termijn orde op zaken wordt gesteld, dreigt Afghanistan weer in handen te vallen van de Taliban.” Daarom betreurt hij het des te meer dat op dit moment de aandacht van de internationale gemeenschap vrijwel uitsluitend uitgaat naar Irak.

Ook Pakistan moet meer steun krijgen, vindt hij. „Wil het in Afghanistan rustig worden, dan moet eerst buurland Pakistan stabiel zijn en dat is het niet. Daarom vind ik het uitermate verstandig dat minister Van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking een bilaterale relatie is aangegaan met dat land.”

Een ander delegatielid, PvdA-kamerlid Fierens, verschilt daarover van mening. Ze wijst erop dat 60 procent van de Pakistaanse begroting naar defensie gaat. Bovendien steekt het land miljarden in een nucleair programma. Fierens: „Minister Van Ardenne stelt als voorwaarde voor bilaterale hulp dat er sprake is van goed bestuur. Dat kan van Pakistan toch bepaald niet worden gezegd.”

CDA’er Ormel vindt echter dat Pakistan in de huidige situatie niet overvraagd mag worden. „Er zijn hoopvolle tekenen in dat land. Daarom moeten wij de mogelijkheden aangrijpen om onze invloed ten goede aan te wenden. Het land heeft gigantische problemen. Neem alleen al de angstaanjagende groei van de bevolking: nu 160 miljoen inwoners, over vijftien jaar het dubbele. Dat kan zo niet doorgaan.”

De delegatie had een uitgebreid onderhoud met de Pakistaanse president Musharraf. Tijdens dat gesprek werd ook de positie van religieuze minderheden en vrouwen aangekaart, onder andere door delegatielid Huizinga (ChristenUnie).

„Religieuze minderheden, onder wie christenen, worden in Pakistan achtergesteld. Musharraf heeft ons ervan kunnen overtuigen dat hij zich daartegen keert. Het is wel zo dat zijn mogelijkheden beperkt zijn. Hij heeft te maken met grote groepen fundamentalisten.”

De opstelling van Musharraf en zijn verlichte denkbeelden over de mensenrechten zijn voor Huizinga reden om haar aarzeling over de bilaterale betrekkingen met Pakistan te laten varen. „De mogelijkheid om aan te sluiten bij positieve ontwikkelingen moeten we benutten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer