PvdA en CDA: CMO niet representatief
PvdA en CDA vinden het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO) niet voldoende representatief voor de islamitische gemeenschap in Nederland. Bij het orgaan, dat woensdag formeel is opgericht, zijn de zes belangrijkste koepelorganisaties van soennitische moslims aangesloten. Dinsdag werd bekend dat nummer zeven, de Nederlandse Moslim Raad (NMR), zich uit het CMO heeft teruggetrokken.
Het CMO is in de huidige samenstelling een „te eenzijdige club”, aldus Tweede-Kamerlid Dijsselbloem (PvdA) dinsdag. „We moeten blijven streven naar vertegenwoordiging van alle stromingen.” Ook zijn CDA-collega Sterk vindt dat het orgaan „de gehele breedte van de moslimgemeenschap” moet dekken. Dijsselbloem stelde minister Verdonk (Integratiebeleid) eerder kamervragen over het CMO, maar is niet tevreden over haar antwoorden. Hij wil in de kamercommissie voor justitie aanvullende vragen stellen.
Het CMO gaat fungeren als gesprekspartner van de overheid en als zendende instantie voor islamitische geestelijk verzorgers in zorginstellingen, gevangenissen en het leger. Het orgaan vertegenwoordigt volgens Verdonk ongeveer 80 procent van de moslimgemeenschap. Niet-soennitische organisaties kunnen na de formele oprichting mogelijk toetreden, zegt de minister.
Dat de zittende, soennitische leden bepalen welke andere organisaties zij toelaten, vindt Dijsselbloem een slechte zaak. Verdonk moet volgens hem haar verantwoordelijkheid nemen. „Als de minister een contactorgaan wil, moet ze zorgen dat alle richtingen vertegenwoordigd zijn. Als ze alleen een praatclub van soennitische organisaties wil, mag dat geen contactorgaan heten.”
Ook Sterk betreurt het dat niet-soennitische organisaties nog niet in het CMO vertegenwoordigd zijn. Ze vindt dat die zich zo snel mogelijk moeten kunnen aansluiten. Dat is volgens haar ook in het belang van Verdonk. „De minister heeft er belang bij dat zij spreekt met de moslimgemeenschap in den brede.”
Voorzitter H. Mahawat Khan van de organisatie van ahmadiyyamoslims Ulamon vreest dat de zittende CMO-leden de ahmadi’s willen buitensluiten. De ahmadiyya is een hervormingsbeweging die in Pakistan is gesticht door Mirza Ghoelam Ahmad (1835-1908). Veel soennieten zien ahmadi’s niet als ware moslims, omdat die niet geloven dat Mohammed de laatste profeet was, maar ook Ahmad als een profeet zien. Khan vindt dat Verdonk medeverantwoordelijk is voor de uitsluiting van zijn organisatie, doordat ze de statuten van het CMO heeft goedgekeurd.
Ambtelijk secretaris Y. Hartog van de werkgroep CMO benadrukt dat de CMO-leden niet de bedoeling hebben minderheden uit te sluiten. „We wilden er in eerste instantie voor zorgen dat de grootste groepen in ieder geval zijn vertegenwoordigd.” Andere organisaties kunnen zich volgens hem aanmelden.
De Surinaamse organisatie World Islamic Mission (WIM), lid van het CMO, laat weten dat de ahmadi’s niet welkom zijn in het CMO. „De overgrote meerderheid in de islamitische wereld accepteert hen niet als moslims. Van het CMO kunnen alleen islamitische organisaties lid worden, dus vallen zij buiten de boot”, zegt vice-voorzitter R. Abdur Rahman. Mocht een meerderheid in het CMO toch tot toelating besluiten, dan stapt de WIM er volgens hem uit.
Dat laatste heeft de Nederlandse Moslim Raad (NMR) inmiddels gedaan, zo bevestigde NMR-secretaris R. Nurmohamed dinsdag. „Wij gaan niet akkoord met het feit dat het CMO bepaalde groeperingen uitsluit”, zei hij.
Voorzitter M. Sini van de voorbereidende werkgroep van het CMO zegt het jammer te vinden dat de NMR zich heeft teruggetrokken. „Temeer daar de NMR van het begin af aan betrokken was bij de vorming van het CMO.”
Sini vindt het CMO nog steeds voldoende representatief voor de moslimgemeenschap. „Ik ben ervan overtuigd dat het CMO nog steeds een bijdrage zal kunnen leveren aan de integratie van burgers met een islamitische achtergrond.”