Voetbaltoernooi geen vetpot voor Brazilië
SAO PAULO. Brazilië tastte vorig jaar diep in de buidel voor de organisatie van ’s werelds grootste sportevenement: het wereldkampioenschap voetbal. Totale kosten: zo’n 15 miljard euro. Daar zou het Braziliaanse volk dan ook iets voor terugkrijgen. Tijd voor een eerste terugblik met de redactie van de grootste krant van Brazilië. En die staat er niet bij te juichen.
Vinicius Mota, hoofdredacteur van Folha de Sao Paulo, laat zich in oktober 2013 nog kritisch uit over de investeringen voor het WK. Nu gevraagd om een terugblik, verwijst hij na herhaald aandringen door naar de sportredactie van zijn krant. Zelf heeft hij het veel te druk met de aanstaande presidentsverkiezingen, zegt hij. Politieke verslaggeving en kritisch terugkijken op een WK, dat lijkt een lastige combinatie in Brazilië.
In tegenstelling tot zijn baas wil Naief Haddad, sportredacteur van Folha de Sao Paulo, wel terugblikken op het WK: „Miljarden euro’s heeft het land besteed. Twaalf stadions waren nodig. Enkele werden gerenoveerd. Andere moesten van de grond af worden opgebouwd.”
Vooruitblikkend zegt hij: „Drie stadions zullen veranderen in ‘witte olifanten’: lege witte stadions waar nooit meer in gespeeld zal worden. Sommige steden hebben namelijk geen voetbalclub in de eerste divisie die zo’n stadion kan gebruiken. Een ander stadion, Manaus, ligt praktisch midden in het regenwoud.”
De redactie van het Amerikaanse blad Time zette eerder de kosten voor het WK in perspectief: Zuid-Afrika, het gastland van 2010, gaf 4,5 miljard euro uit. Duitsland (2006), Frankrijk (1998) en de Verenigde Staten (1994), kwamen alle drie niet boven de 1 miljard uit. Brazilië (2014) gaf volgens Time tussen de 11 en de 15 miljard euro uit; dat komt grofweg overeen met het jaarlijkse budget van het Nederlandse ministerie van Volksgezondheid.
„Een maand lang waren alle ogen van de wereld op Brazilië gericht”, zegt Haddad. „Of dat de bevolking goed heeft gedaan, is moeilijk te meten. De inkomsten in de toeristische industrie zullen naar alle waarschijnlijkheid toenemen in de jaren die komen.” Er valt geen zinnig woord te zeggen over wat dat daadwerkelijk op gaat leveren, weet de redactie van de grootste krant van Brazilië. „Een onderzoek van het dataresearchcentrum van Folha de Sao Paulo concludeerde dat de meeste toeristen met een positieve indruk het land verlieten. Wellicht zullen zij Brazilië aanraden aan familie en vrienden”, aldus de redacteur.
Massale protesten tijdens het WK bleven uit. Dat mag op z’n minst opvallend heten. Iedere Braziliaanse politieman herinnert zich de zogeheten ”azijnprotesten van 2013, waarbij miljoenen mensen de straat op gingen om te protesteren tegen hoge rentes en lage sociale standaarden. De woede van het volk wakkerde nog verder aan door de hoge uitgaven voor het WK. Haddad heeft wel een verklaring voor het uitblijvende volksoproer: „Bij protesten van enige omvang zou het WK verstoord worden, en dat zou een deel van de bevolking toch niet gepikt hebben. Dat heeft mensen waarschijnlijk van de straat gehouden; de vrees voor een gebrek aan eenheid.” Toch vond je naast kleine protesten ook andere uitingen van onvrede. In de grootste steden van Brazilië spuiten jongeren graffiti om hun ongenoegen zichtbaar te maken.
Voor het WK begon, beweerde de Braziliaan op straat dat huidig president Dilma Rousseff de presidentsverkiezingen niet zou overleven als het gastland geen wereldkampioen zou worden. Haddad relativeert die vermeende invloed echter: „Ik geloof niet dat dit spel zo’n impact heeft op de politiek. De recente geschiedenis heeft bewezen dat kiezers politiek goed kunnen scheiden van andere zaken zoals sport.”
Ook de positieve invloed van het WK op Brazilië zelf relativeert hij: „Het is dus maar de vraag of er meer geld in het laatje komt door toerisme. Wel is er een indirect effect op kinderen. Zij worden bij een evenement als het WK of de Olympische Spelen geïnspireerd door sporthelden. Als ze een sport gaan beoefenen, houdt hen dat wellicht weg van sociale problemen zoals drugsgebruik. Dat is dan mooi meegenomen. De grootste problemen van dit land liggen echter op het terrein van onderwijs en gezondheidszorg; aan de oplossing van die problemen zal alle voetbal van dit jaar geen bijdrage leveren, vrees ik.”