BTW-fonds kost hoofdstad miljoenen
Het BTW-compensatiefonds kost Amsterdam minimaal 40 miljoen euro. Het nieuwe fonds zou de oneerlijke concurrentie tussen overheidsbedrijven en commerciële bedrijven moeten wegnemen. Volgens wethouder Dales van Financiën is het fonds echter een „bureaucratisch monster” met zeer hoge administratieve lasten en kosten.
Sinds 1 januari 2003 moeten gemeenten BTW in rekening brengen voor diensten die intern worden verricht, zoals het ophalen van huisvuil en schoonmaakactiviteiten. Zo kunnen gemeenten offertes makkelijker vergelijken met die van private partijen. Het idee hierachter is gemeenten kritischer te laten kijken naar de inkoop van diensten en de efficiëntie te verbeteren. Via een omweg, het BTW-compensatiefonds, krijgen gemeenten de extra BTW-last weer terug.
Amsterdam wil de kwestie aankaarten bij minister Zalm van Financiën, de initiatiefnemer van het fonds, die sprak van een waterdicht budgettair systeem. Dales, die burgemeester van Leeuwarden wordt, draagt de zaak over aan zijn beoogde opvolger F. Huffnagel. Hij zegt voorafgaand aan de invoering van het fonds diverse keren voor de gevolgen te hebben gewaarschuwd bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). „Jammer dat men toen niet beter naar mij heeft geluisterd”, aldus Dales. „Ik heb mij duchtig verzet, maar stond vrijwel alleen.” Volgens hem groeit het verzet in kringen van de VNG.
De wethouder meent dat het financiële nadeel voor de gemeente wellicht nog hoger zal uitvallen dan de geraamde 40 miljoen euro. Volgens hem zijn de administratieve lasten gigantisch en kosten ze veel geld, zijn er moeilijkheden met declaraties, is het systeem extreem ingewikkeld en zit het vol met onvoorziene complicaties.