Hoe Prinsjesdag Prinsjesdag werd
DEN HAAG (ANP). Prinsjesdag was in de 18e eeuw een verjaardagsfeest. Het was de dag waarop Nederland de verjaardag vierde van de stadhouders. Begin jaren 30 van de vorige eeuw werd besloten om de opening van het parlementaire jaar Prinsjesdag te noemen. Niemand weet meer waarom. Maar sindsdien is zijn de derde dinsdag van september en Prinsjesdag onlosmakelijk met elkaar verbonden en in het nationale geheugen gegrift.
Het koninkrijk der Nederlanden bestaat 200 jaar en daarmee ook de opening van parlementaire jaar. In 1814 opende prins Willem Frederik de zitting van eerste parlement, een jaar later deed hij dat als koning Willem I. Dat gebeurde overigens niet in september, maar op 2 mei 1814.
Het parlement bestond destijds uit één Kamer met 55 leden. Die kwamen bijeen in de Trêveszaal op het Binnenhof. Pas na de vereniging met de zuidelijke Nederlanden in 1815 kwam er een tweede Kamer bij.
De ceremoniële kant van deze 2e mei leek al op die van de huidige Prinsjesdag. Er was een stoet met hoogwaardigheidsbekleders, onder wie prins Willem I en een escorte met ruiters. Het gezelschap trok van het gebouw van de Raad van State naar het Binnenhof. Vrouwelijke familieleden van de vorst waren er niet bij, dat schreef het protocol voor.
De Gouden Koets doet sinds 1903 mee. Koningin Wilhelmina zat daar toen in. Een ander symbool van deze dag is het koffertje met daarin de Miljoenennota die de minister van Financiën aan de Tweede Kamer aanbiedt. Deze traditie bestaat sinds 1947. Minister Lieftinck van Financiën wilde de eerste Rijksbegroting na de Tweede Wereldoorlog in stijl aanbieden aan de Tweede Kamer.
Hoewel de uiterlijke vorm van de eerste Prinsjesdag in grote lijnen overeenkomt met die van nu, is er er grondwettelijk en staatsrechtelijke veel veranderd in 200 jaar.
Willem I schreef zelf de troonrede waarmee hij de zitting van de Staten Generaal opende. Het was een persoonlijke boodschap aan het volk.
Tegenwoordig opent het staatshoofd de zitting van de Staten Generaal niet meer. De leden van de Eerste en Tweede Kamer komen bijeen in de Ridderzaal waar het staatshoofd in de Troonrede een uiteenzetting geeft van het te voeren beleid. De tekst die hij voorleest is geschreven door de ministerraad.
Prinsjesdag viel niet altijd op de derde dinsdag in september. Van de eerste maandag in november, via de de derde maandag in oktober en de derde maandag in september, werd in 1887 gekozen voor de derde dinsdag in september. Dat had te maken met de zondagsrust. Kamerleden hoefden niet meer op zondag te reizen om op maandag in Den Haag te zijn.