Verkiezing en aanbod horen bijeen
Sola 5 Baptisten zijn niet hypercalvinistisch, maar Bijbels-calvinistisch, reageert Kees van Kralingen.
In een interview in RD 28-8 getiteld ”Pas op: nieuwe calvinisten” waarschuwt Ary Geelhoed de evangelische beweging voor de invloed van het zogeheten ”new calvinism”. Vertegenwoordigers van dit nieuwe calvinisme zijn onder anderen John Piper, Tim Keller, John MacArthur en anderen. In Nederland schaart Geelhoed vooral onze beweging van de Sola 5 Baptisten onder deze noemer. Omdat zijn waarschuwing nogal wat aandacht heeft gekregen, willen wij hier kort op reageren.
Het belangrijkste bezwaar van Geelhoed tegen het nieuwe calvinisme is dat het zou afdoen aan de geestelijke kracht van de verkondiging van het Evangelie. Daarin zou de verkiezingsleer domineren en zou het niet mogelijk zijn om de liefde en genade van Christus aan alle mensen aan te bieden. Geloofszekerheid zou niet mogelijk zijn vanwege onzekerheid over de verkiezing.
In feite suggereert Geelhoed hiermee dat nieuwe calvinisten de menselijke verantwoordelijkheid niet erkennen of in elk geval niet serieus nemen. Het beeld dat hij schetst komt overeen met wat bekendstaat als hypercalvinisme. Daarin is de bediening van het Evangelie inderdaad ondergeschikt gemaakt aan de leer van de uitverkiezing. Het hypercalvinisme is naar onze mening echter fundamenteel anders dan het Bijbels calvinisme.
Compatibel
Het hypercalvinisme moet inderdaad op Bijbelse gronden worden afgewezen. Wij willen benadrukken dat we in de Bijbel zowel de notie van Gods soevereiniteit alsook die van de menselijke verantwoordelijkheid duidelijk aanwezig zien. Voor ons menselijke verstand is het niet goed mogelijk om beide volledig te begrijpen en te doorgronden. Maar ze zijn wel compatibel en ze stimuleren elkaar zelfs.
Bijbelse voorbeelden kunnen dit duidelijk maken. Zo gaat Paulus, als God aan hem duidelijk maakt dat Hij veel volk in Korinthe heeft, niet op het strand liggen afwachten wat God gaat doen. Hij gaat integendeel actief door met zijn bediening (Handelingen 18:10-11).
Een ander voorbeeld is nog sprekender. In Handelingen 4:27-28 worden Herodes, Pilatus en andere betrokkenen volledig verantwoordelijk gehouden voor het kruisigen van Jezus, terwijl ze daarmee deden wat God van tevoren bepaald had dat er gebeuren zou. Het is essentieel voor het christelijk geloof dat beide waar zijn. Anders zou het kruis of alleen maar een ongeluk van de geschiedenis zijn, zonder betekenis, of er zou geen sprake zijn van menselijke zonde, waarvoor het kruis als middel tot verzoening nodig was.
Aanbieden
Het is van wezenlijk belang om deze dingen niet tegen elkaar uit te spelen. We zijn schuldenaren aan het Evangelie om daarvoor te leven en dit te verkondigen (2 Korinthe 5:14-15). Dit heeft gevolgen voor de prediking. We mogen mensen dus van harte uitnodigen tot het heil en alle mensen Gods genade aanbieden.
We zien dit heel mooi in Mattheüs 11. Jezus waarschuwt eerst de mensen van Kapernaüm en Bethsaïda, verwijst vervolgens naar de diepere bedoeling van God en gaat dan verder om alle mensen uit te nodigen om tot Hem te komen. Omdat dit gedeelte een geheel is, mogen we ervan uitgaan dat mensen uit deze eerdergenoemde plaatsen hierbij aanwezig waren en alsnog weer opnieuw uitgenodigd werden. Dit betekent ook dat predikers mogen vertrouwen op Gods macht om mensen tot geloof te brengen.
De praktijk bevestigt dit ook: grote evangelisten en zendelingen waren overtuigde calvinisten. Denk alleen al aan Whitefield, Edwards, Carey en Spurgeon. Op deze wijze krijgt God alle eer voor de zegen die er is.
De auteur is voorzitter van de Stichting Sola 5 Baptisten, een groep voorgangers en leidinggevenden van baptistengemeenten die uit willen gaan van de principes van de Reformatie (sola5baptisten.nl).