Vondelingenkamer is zo gek nog niet
Een vondelingenkamer voor baby’s kan levensreddend zijn en verdient daarom steun, stelt Kees van Helden.
In de periode 2000 tot 2013 zijn er in Duitsland 278 baby’s gevonden. Dankzij de zogeheten babyluikjes, waar onze oosterburen er zo’n honderd van hebben en waar moeders anoniem hun ongewenste kinderen kunnen achterlaten. In Nederland speelt al langere tijd een debat over de wenselijkheid van dergelijke babyluikjes.
In Papendrecht wordt er vandaag één geopend. De gemeente is in principe tegen de komst van een vondelingenkamer, maar zal voorlopig niet het babyluikje optreden. „Het te vondeling leggen van kinderen is strafbaar, maar momenteel zijn er geen wetten die een goede grond geven voor de sluiting van vondelingenkamers. De gemeente wacht op een beslissing van staatssecretaris Fred Teeven, die mogelijk de wetgeving gaat aanpassen”, verklaarde de gemeente gisteren tegenover RTV Rijnmond.
Er zijn plannen voor vondelingenkamers in Groningen, Amsterdam en Utrecht.
Overlevingskans
Een vondelingenkamer is een uitkomst voor een moeder die zwanger is en haar kind niet wil of kan houden. Ze heeft gelukkig niet gekozen voor een abortus (om welke reden dan ook) en heeft de zwangerschap uitgedragen en het kindje levend ter wereld gebracht. Als de moeder dan in uiterste wanhoop haar baby zomaar ergens te vondeling legt, is de kans groot dat het niet op tijd wordt gevonden en overlijdt. Maar wanneer het kindje in een vondelingenkamer wordt achtergelaten, is de kans op overlijden van het kind juist heel gering.
Ouders
Kritiek op een vondelingenkamer is er ook. Een kindje dat daar wordt achtergelaten, zal waarschijnlijk nooit zijn ouders leren kennen. Maar dat sluit niet uit dat de moeder, misschien wel jaren later, alsnog op zoek gaat naar haar kind. Ze weet immers waar ze haar kind heeft achtergelaten. Als een kind overlijdt nadat het is achtergelaten in een park of in een vuilcontainer, leert het zijn ouders zeker nooit kennen. Het kind overlijdt en de moeder gaat met een extra pijnlijke geestelijke wond door het leven.
Hulpverlening
Het zou heel goed zijn als deze moeders in een eerder stadium al hulp zouden zoeken of krijgen. Daar is onze afdeling Er is Hulp, iedere werkdag mee bezig. Dagelijks komen er meerdere hulpaanvragen van vrouwen bij onze hulpverlening binnen, zowel telefonisch als via e-mail. Vragen van vrouwen die hulp zoeken wanneer ze een abortus overwegen, maar ook vragen van vrouwen die pas na een abortus bij ons aankloppen.
Regelmatig zijn er schrijnende situaties, waarbij velen al direct na de abortus spijt hebben van hun beslissing. Maar zelfs vrouwen die al jaren geleden een abortus hebben ondergaan, zoeken nog contact. De drempel om hulp te zoeken tijdens de zwangerschap blijkt vaak groot.
Dat veel vrouwen na een abortus kampen met tijdelijke lichamelijke of geestelijke problemen, blijkt bijvoorbeeld ook uit de meta-analyse van dr. Patricia Coleman. Zij analyseerde 22 wetenschappelijke studies onder 877.000 vrouwen. Daaruit kwam naar voren dat vrouwen die een abortus hebben ondergaan een veel groter risico (81 procent) lopen op het krijgen van psychische gezondheidsproblemen ten opzichte van vrouwen die geen abortus hebben ondergaan.
Kinderwens
Een ander punt van aandacht is de tegenstelling tussen enerzijds de kinderwens bij gezinnen in Nederland en aan de andere kant het aantal ongewenste kinderen dat worden geaborteerd. Uit cijfers van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) blijkt dat er per jaar 17.000 ivf-behandelingen in Nederland plaatsvinden. Maar niet altijd is een ivf-behandeling succesvol.
Andere ouders kiezen voor adoptie of stellen als pleegouders hun huis open om aan de groeiende nood tegemoet te komen. Het zou goed zijn als er mogelijkheden ontstaan om deze twee noties, die van gewenste en ongewenste kinderen, op elkaar af te stemmen. Een vondelingenkamer zou hier een rol in kunnen spelen. Onderzoek naar de mogelijkheden hieromtrent lijkt ons zeer gewenst.
Een vondelingenkamer kan in sommige gevallen voorkomen dat een vrouw een abortus ondergaat en biedt toekomst voor het kind. Daarom draagt Schreeuw om Leven het initiatief van de vondelingenkamer een warm hart toe. Elk kind, van God gegeven, dat mag blijven leven is er één.
De auteur is medewerker bij stichting Schreeuw om Leven.