Prof. Op ’t Hof: Beste preek ooit was niet evenwichtig
SOEST. De beste preek ooit was bepaald niet evenwichtig, aldus prof. dr. W. J. op ’t Hof. „Petrus zegt: „Dien gij gekruist hebt.” Pats boem. Amen.”
Prof. Op ’t Hof mediteerde vrijdag in Soest tijdens de jaaropening van het Hersteld Hervormd Seminarie over Handelingen 2:29-37. Voor de hoogleraar geschiedenis van het gereformeerd piëtisme aan de Vrije Universiteit is Petrus’ preek op de Pinksterdag in Jeruzalem de beste preek ooit. De preek werd gehouden op de „belangrijkste dag in de wereldgeschiedenis”, de dag waarop de Heilige Geest werd uitgestort. De preek was ook de beste ooit, gezien de 3000 mensen die erdoor bekeerd werden, aldus prof. Op ’t Hof.
De preek van Petrus is geen evenwichtig en afgerond verhaal, constateert de hersteld hervormde hoogleraar. „Veel dominees vinden dat nodig. Petrus niet.” Dat roept de vraag op of veel preken niet te afgewogen zijn. „Deze preek is zo vierkant als het maar kan.”
Prof. Op ’t Hof noemt het opmerkelijk dat Petrus niet spreekt over zijn persoonlijke bevinding. „Want hij had wat te vertellen.” Petrus preekt echter over Christus. „Dat laat zien dat de beste preek een Christuspreek is.” Tegelijk is de preek van Petrus „enorm afsnijdend”, aldus de hoogleraar. „En dat jegens het bondsvolk. Er wordt nooit scherper of afsnijdender gepreekt dan wanneer Christus gepreekt wordt.”
Crisis
Dr. P. C. Hoek, docent praktische theologie aan het Hersteld Hervormd Seminarie, ging in zijn lezing in op het thema ”Bijbelse prediking in de 21e eeuw”. Verontrustende geluiden over een „crisis in de prediking” wil hij wat relativeren. „De tijd is altijd tegen de prediking”, citeerde hij dr. A. van Brummelen.
Als er al sprake is van een crisis, dan heeft die volgens dr. Hoek niet zozeer te maken met de hoorder, maar met het wezen van de prediking zelf. Voor veel hedendaagse theologen is prediking spreken óver God. Prediking is echter in de eerste plaats spreken dóór God. Hij is volgens Maarten Luther de ”Deus predicatus”, de God Die preekt. Ook al bedient Hij Zich „wonderlijk genoeg” van mensen.
Als God Zelf door de prediking spreekt, dient de prediker allereerst ootmoedig naar Hem te luisteren, stelde de docent praktische theologie. „Mozes’ aangezicht glinsterde toen hij bij God vandaan kwam. Het was voor het volk duidelijk. Schittert er zo ook iets aan onze prediking?”
Als een predikant deze ootmoed mist, gaat de preek om hemzelf draaien. Hij wordt dan „een artiest die de preekstoel reduceert tot een podium”, aldus dr. Hoek. De kerk in de 21e eeuw heeft volgens hem daarom vooral predikers nodig die ontzag hebben voor de Heere.
Dat God Zelf in de preek aan het woord is, betekent volgens dr. Hoek ook een bemoediging voor de prediker. De prediking is dan nooit tevergeefs. „Die gedachte bekruipt een predikant maar al te gemakkelijk. Wij hebben getrouw het Woord te preken en de uitkomst aan de Heere over te laten.”
Na de lezing stelden elf nieuwe eerstejaarsstudenten zich voor. Het seminarie belegde dit jaar voor het eerst een jaaropening los van de opening van het academisch jaar van de Vrije Universiteit in Amsterdam, waaraan de theologische opleiding van de Hersteld Hervormde Kerk is verbonden.