Bolkestein: veel landen traag met EU–regels
Lidstaten van de Europese Unie zijn nog steeds erg traag met het invoeren van Europese wetten. Eind november hadden landen gemiddeld 2,3 procent van de richtlijnen niet tijdig overgenomen, slechts marginaal beter dan de 2,4 procent een half jaar eerder.
Europees commissaris Bolkestein (Interne Markt) heeft zich daarover maandag beklaagd. De ongelijke invoering van wetten in EU–landen ondermijnt volgens hem de juridische zekerheid in de Europese Unie. Ook tast het de concurrentieverhoudingen aan van bedrijven.
Nederland doet het iets slechter dan het Europees gemiddelde. Ons land is te laat met veertig Europese wetten (ofwel 2,6 procent). Traagste invoerders van Europese wetten zijn Frankrijk, Duitsland en België. Deze landen hebben 3,5 procent van de geldende Europese wetten nog niet ingevoerd, terwijl deze landen de mond vol hebben over een sneller Europa, desnoods zonder dwarsliggende landen. „Inconsistent", oordeelde een topambtenaar van Bolkestein maandag. „Europa loopt feitelijk met twee snelheden, maar met deze landen in de achterhoede."
Voorbeelden van Europese wetten die al een jaar geleden ingevoerd hadden moeten zijn, zijn die op copyrights en op de bescherming van biotechnologische uitvindingen. Nederland heeft beide nog niet omgezet in nationale regels.
Bolkestein heeft de cijfers maandag bekendgemaakt om de landen aan te sporen tot snelheid. Hij wil de situatie in maart bespreken tijdens een bijeenkomst met ministers van concurrentiezaken.
Volgens zijn medewerkers is de traagheid van enkele landen vooral te wijten aan politieke onwil. „Je ziet het aan Ierland: als een land besluit de achterstand aan te pakken, kan het hard gaan." Ierland halveerde in zes maanden de achterstand die het had met de invoering.